{"contacttype":[{"beschrijving":"Vraagsteller","beschrijving-meervoud":"Vraagsteller","contact":[{"fractie":{"id":1491032,"kleur":"f5822a","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672030","naam":"CD&V","zetel-aantal":31},"id":3301,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/3301?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Delva","voornaam":"Paul"}]},{"beschrijving":"Ondervraagde minister","beschrijving-meervoud":"Ondervraagde minister","contact":[{"id":2849,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2849?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Peeters","voornaam":"Kris"}]},{"beschrijving":"Spreker","beschrijving-meervoud":"Sprekers","contact":[{"fractie":{"id":1491023,"kleur":"ffe500","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672018","naam":"Vlaams Belang","zetel-aantal":17},"id":1805,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1805?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Dillen","voornaam":"Marijke"},{"fractie":{"id":1491032,"kleur":"f5822a","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672030","naam":"CD&V","zetel-aantal":31},"id":2850,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2850?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Verstreken","voornaam":"Johan"},{"fractie":{"id":1491036,"kleur":"83de62","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672042","naam":"Groen","zetel-aantal":7},"id":2845,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2845?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Caron","voornaam":"Bart"}]}],"disclaimer":"","id":883631,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vi/883631","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vi/883631/verslag","rel":"verslag","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"nummer":"1973","objectstatus":"behandeld","objecttype":{"naam":"Vraag om uitleg","naamMeervoud":"Vragen om uitleg"},"onderwerp":"over de economische ondersteuning van de boekensector","titel":"Vraag om uitleg van de heer Paul Delva tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de economische ondersteuning van de boekensector","verslag-tekst":"\r\n
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
\r\nDe heer Paul Delva : Voorzitter, minister-president, mijn vraag, en ik meen ook die van de heer De Ro, komt voort uit een bespreking die we enkele maanden geleden hadden met het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) naar aanleiding van de voorstelling van zijn jaarverslag. Een van de elementen die aan bod kwamen tijdens die voorstelling, was het punt over de samenwerking tussen het VFL en Flanders Investment & Trade (F.I.T.). De boodschap van de directeur was eigenlijk vrij duidelijk, namelijk dat de samenwerking tussen beide instellingen voor verbetering vatbaar was.
\r\nHet is zo dat het VFL verschillende buitenlandse opdrachten uitvoert en er is natuurlijk ook een belangrijke economische component van de werking van het fonds, niet alleen een culturele, en daarom zou ondersteuning en samenwerking met F.I.T. interessant kunnen zijn voor het VFL.
\r\nHet VFL heeft van dit parlement via de resolutie Actieplan voor de Letteren, maar ook van de Vlaamse Regering via de beheersovereenkomst, de specifieke opdracht gekregen om ook ten aanzien van het buitenland bepaalde stappen te zetten. Ik citeer: De ingezette beweging naar een grotere synergie met andere beleidsdomeinen onderwijs, economie, welzijn, internationaal, wetenschapsbeleid, innovatie dient een permanent aandachtspunt te zijn en vereist van het VFL een grotere aanwezigheid in de relevante netwerken en alertheid in de ontwikkeling van gemeenschappelijke projecten en samenwerkingsverbanden.
\r\nNatuurlijk kan een dergelijke opdracht slechts slagen als de relevante partners binnen de Vlaamse overheid, waaronder F.I.T., samen rond de tafel zitten met het VFL en samen zoeken naar synergieën.
\r\nMinister-president, hoe evalueert u de huidige samenwerking tussen F.I.T. en culturele actoren zoals het Vlaams Fonds der Letteren, bijvoorbeeld wanneer ze in het buitenland opereren? Vindt u dat een sterke samenwerking tussen F.I.T. en het VFL nodig en nuttig zou zijn?
\r\nWelke andere economische actoren binnen uw bevoegdheden werken samen met het VFL zodat het fonds zijn opdracht optimaal kan uitvoeren?
\r\nWelke rol dicht u de boekensector toe binnen het kader van Vlaanderen in Actie en voor de creatieve industrie in Vlaanderen?
\r\nIk heb nog een punt over de kandidatuur van Vlaanderen en Nederland om als gastland op te treden voor de Frankfurter Buchmesse in 2016 of eventueel in 2017. Ik meen dat de kandidatuur binnen is en ook hiervoor zou moeten worden samengewerkt met het beleidsdomein Economie en met het Departement internationaal Vlaanderen (DiV). Graag kreeg ik een update over die contacten.
\r\nIk heb ondertussen, toen we met de commissie voor Buitenlands Beleid in Azië zaten, vernomen dat er een bezoek geweest is van de commissie Cultuur aan de Frankfurter Buchmesse en dat er interessante contacten werden gelegd, onder meer met de vertegenwoordigster van F.I.T., die ook aanwezig was. Ik meen dat de zaken in beweging zijn, ook sinds de vraagstelling van het heer De Ro en van mezelf, maar het lijkt me nuttig dat vandaag even de puntjes op de i worden gezet.
\r\nDe voorzitter : De heer De Ro heeft het woord.
\r\nDe heer Jo De Ro : Voorzitter, minister-president, collegas, zowel in de commissie Media van dinsdag 11 juni 2013 als in de commissie Cultuur van donderdag 13 juni 2013 kwamen in aparte dossiers de moeilijkheden boven die het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) en het VFL ondervinden in hun pogingen om samen te werken met F.I.T.
\r\nNaar aanleiding van een vraag om uitleg over de export van Vlaamse fictiereeksen antwoordde uw collega, minister Lieten, het volgende over de moeilijkheden die het VAF ondervindt in verband met de samenwerking met F.I.T.: Tijdens de eerste ontmoeting werd evenwel duidelijk dat er bij F.I.T. ondanks veel goodwill enkele obstakels zijn die het reglementair moeilijk maken om samen met het VAF/Flanders Image bijvoorbeeld een gezamenlijke beursstand of actie te ontwikkelen.
\r\nLos van de reglementaire moeilijkheden bleek ook uit het antwoord van de minister dat F.I.T. er niet van overtuigd is dat het tot zijn kerntaken behoort om promotie te voeren van Vlaanderen of van bepaalde economische sectoren in Vlaanderen.
\r\nIn de commissie Cultuur hoorden we diezelfde week eenzelfde verhaal naar aanleiding van de voorstelling van het jaarrapport van het VFL. Ook hier werd de vraag gesteld of er een samenwerking bestond tussen het VFL en F.I.T. De directeur meldde aan de commissie dat de wil om samen te werken er zeker was, maar dat er obstakels waren die een samenwerking met F.I.T. verhinderden en dat ze formeel eigenlijk niet zouden mogen samenwerken.
\r\nUit deze twee verhalen blijkt duidelijk dat de wil er is om samen te werken, maar dat reglementaire regels dit in de eerste plaats verhinderen. Het is toch op zijn minst vreemd te noemen dat deze drie Vlaamse instellingen blijkbaar niet met elkaar mogen of beter gezegd kunnen samenwerken, vooral omdat ze elkaar kunnen versterken in het promoten en exporteren van sterk Vlaams werk, zowel op het vlak van film en fictiereeksen als op het vlak van onze taal en letteren.
\r\nMinister-president, kunt u duiding geven bij de reglementaire beperkingen die binnen F.I.T. gelden waardoor er geen of weinig samenwerking mogelijk is tussen F.I.T. en andere Vlaamse instellingen of fondsen?
\r\nZijn er buiten de genoemde instellingen nog andere Vlaamse instellingen die op dezelfde moeilijkheden botsen in hun samenwerking met F.I.T.? Vindt u het logisch dat tussen deze instelling weinig of geen samenwerking mogelijk is? Zo ja, waarom is dit logisch? Zo neen, welke acties zijn al ondernomen of zullen nog worden ondernomen om deze beperkingen op te heffen?
\r\nMijn laatste vraag sluit aan bij een punt dat de heer Delva al heeft aangehaald. Aangezien Vlaanderen en Nederland zich kandidaat hebben gesteld of nog kandidaat zullen stellen om in 2016 de Frankfurter Buchmesse te organiseren, lijkt het me logisch dat F.I.T. en het VFL de komende jaren intens zullen samenwerken om van deze kandidaatstelling een succesverhaal te maken. Zult u F.I.T. de opdracht geven een intense samenwerking met het VFL op te zetten om van de kandidaatstelling voor de Frankfurter Buchmesse een succesverhaal te maken?
\r\nDe voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
\r\nMevrouw Marijke Dillen : Voorzitter, ik wil niet in herhaling vallen. De nood aan een betere samenwerking tussen het F.I.T. en het VFL wil ik echter bijtreden. De heer Delva heeft terecht naar het actieplan voor de letteren verwezen. Vooral het antwoord op de vraag van de heer Delva over de Frankfurter Buchmesse interesseert me.
\r\nDe heer De Ro heeft aangehaald dat de samenwerking door een aantal reglementaire bepalingen zou worden verhinderd. Indien een bepaalde goodwill aanwezig is om in verband met een dossier vooruitgang te boeken, kunnen dergelijke reglementaire bepalingen snel worden weggewerkt. Ik hoop dat de minister-president de nodige inspanningen zal leveren om de blijkbaar momenteel bestaande obstakels zo snel mogelijk weg te werken.
\r\nDe voorzitter : De heer Verstreken heeft het woord.
\r\nDe heer Johan Verstreken : Voorzitter, als lid van de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie kan ik deze vragen om uitleg enkel ondersteunen. Dit punt belangt ons ook aan. Ik wil echter het verband leggen met een vraag om uitleg die ik hier enkele maanden geleden zelf heb gesteld.
\r\nHet gaat om de samenwerking tussen het F.I.T. en het VAF. Wat onze creatieve sector betreft, mag die samenwerking wat intensiever zijn. Er zouden meer afspraken met het werkveld moeten worden gemaakt. Er mag wat proactiever worden gewerkt.
\r\nIk denk dan zeker aan het delen van standen. De commissie Media heeft ooit een mediabeurs in Nederland bezocht. We hebben toen vastgesteld dat dit voor de Waalse sectoren wel kan. Ook in Vlaanderen zou het perfect mogelijk moeten zijn dat verschillende spelers uit de creatieve audiovisuele sector en uit de letteren samen een stand openhouden en bepaalde zaken kunnen delen. Financieel zou dit allicht iets kosten, maar volgens mij kan er een return zijn.
\r\nIk spreek uit eigen ervaring. Ik heb in het verleden, toen F.I.T. nog Flanders Export heette, een aantal beurzen bezocht. Wie er aanklopt, merkt dat die mensen heel beleefd zijn. Er wordt echter niet proactief gewerkt. Er zou intensiever en eigentijdser mogen worden ingespeeld op de vragen van deze mensen. Uiteindelijk stappen de meeste mensen hier op eigen initiatief naartoe. Ze moeten, bij wijze van spreken, van stand tot stand rondleuren. Dit kan veel beter worden aangepakt.
\r\nDe mensen van de creatieve sector die ermee spreken, merken dat de mensen van F.I.T. vriendelijk en correct zijn. Dat valt allemaal wel mee, maar het zou ook wat meer body mogen hebben. Dat is het signaal dat ik steeds opvang van de creatieve mensen die in de audiovisuele sector of in de letteren actief zijn. Ze vragen om een betere communicatie en ondersteuning.
\r\nDe voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
\r\nMinister-president Kris Peeters : Voorzitter, in de eerste plaats meen ik te mogen vaststellen dat de meerderheid en de oppositie het positief vinden dat Vlaanderen en Nederland zich kandidaat hebben gesteld om in 2016 als gastland voor de Frankfurter Buchmesse op te treden. Ik hoop dat we hier tegen het einde van dit jaar een positief antwoord op krijgen. Vlaanderen en Nederland zouden dit samen, schouder aan schouder, moeten kunnen aanpakken.
\r\nIk stel tevens met veel genoegen vast dat de verwachtingen ten overstaan van F.I.T. hooggespannen zijn. Iedereen beweert al dan niet terecht dat we een nauwere samenwerking moeten organiseren.
\r\nVolgens mij verloopt de samenwerking tussen F.I.T. en het VFL correct. Om geen misverstanden te laten bestaan, wil ik echter een aantal zaken verduidelijken. Hoewel bepaalde vraagstellers dit lijken te suggereren, klopt het niet dat een samenwerking tussen F.I.T. en het VFL of andere Vlaamse fondsen of instellingen niet mogelijk zou zijn. Wat wel klopt, is dat het VFL geen subsidies van F.I.T. kan ontvangen. Dat is natuurlijk iets heel anders.
\r\nIk wil dit even duiden. De kerntaak van F.I.T. is de ondersteuning van bedrijven. De financiële instrumenten waarover F.I.T. beschikt, voorzien enkel in financiële stimuli voor individuele bedrijven of voor bedrijfsgroeperingen. Het VFL is geen van beide: het VFL is een Vlaamse openbare instelling die voor de uitvoering van de eigen kerntaken reeds een dotatie van de Vlaamse overheid ontvangt. Deze dotatie komt uit de begroting voor het beleidsdomein Cultuur.
\r\nHierover mag geen misverstand bestaan. De reglementaire beperkingen waarvan sprake, zijn eigenlijk meer reglementaire bepalingen. Het komt erop neer dat de organisaties of de instellingen die hun basisfinanciering van de Vlaamse overheid ontvangen niet voor een additionele subsidiëring door F.I.T. in aanmerking komen.
\r\nDeze werkwijze is er uiteraard op gericht vormen van dubbele financiering tegen te gaan. Ik ga ervan uit dat de meerderheid en de oppositie dit ook belangrijk vinden. Het tegenhouden van dubbele financieringen is een praktijk die binnen de Vlaamse overheid algemeen van toepassing is.
\r\nF.I.T. verleent dus in eerste instantie informatie en begeleiding aan Vlaamse bedrijven die wensen te internationaliseren en biedt daarbij een breed pallet aan mogelijkheden aan. F.I.T. ondersteunt vandaag de werking van de creatieve industrieën en culturele actoren, zoals dat gebeurt voor een veelheid aan sectoren en bedrijven: via financiële ondersteuning door financiële stimuli, via de organisatie van missies, beurzen en seminaries en via de actieve begeleiding van bedrijven door de adviseurs internationaal ondernemen in Vlaanderen en van de Vlaamse economische vertegenwoordigers in het buitenland. Het agentschap werkt momenteel aan een strategie voor de ondersteuning van de creatieve industrieën en wil die tegen eind 2013 afwerken. Als we de Frankfurter Buchmesse binnenhalen, komt dat mooi samen.
\r\nAls u vraagt hoe we de creatieve industrieën ondersteunen, ga ik ervan uit dat u het onderscheid maakt tussen de ondersteuning van het VFL, dat een dotatie krijgt als die dotatie onvoldoende is, is dat een ander debat , en F.I.T. dat de Vlaamse creatieve industrieën ondersteunt en bijvoorbeeld deel kan uitmaken van de Frankfurter Buchmesse of andere zaken die de nodige ondersteuning moeten krijgen. Deze werkwijze geeft aan hoe F.I.T. zijn inbreng binnen deze samenwerking ziet, namelijk gefocust op de bedrijven en de stimulering van de internationalisering van deze bedrijven. De samenwerking met de gespecialiseerde Vlaamse instanties en culturele actoren dient vanzelfsprekend wel te gebeuren binnen de wettelijke bepalingen, die gelden voor alle sectoren en spelers die een beroep doen op de dienstverlening van F.I.T.
\r\nF.I.T. wil alvast met de betrokken Vlaamse instellingen verder onderzoeken hoe de samenwerking en synergieën gemaximaliseerd kunnen worden. In zoverre deze instanties een duidelijke promotionele taak hebben, ook in het buitenland, en hiervoor vanuit de Vlaamse overheid een specifieke subsidiëring ontvangen, is het voor F.I.T. maar ook voor het VFL en het VAF zelf niet mogelijk deze organisaties zelf subsidies toe te kennen, maar er kan worden gezocht naar de groeicurve in de samenwerking en synergie die met dergelijke organisaties opgebouwd kunnen worden.
\r\nCollegas, de kerntaak van F.I.T. is heel duidelijk, voor bedrijven en bedrijfsgroeperingen, voor internationalisering. We zullen verder de nodige aandacht hebben voor de creatieve industrie en tegen eind 2013 is er daarvoor een volledig plan. Vanzelfsprekend moet dat worden bekeken samen met andere actoren, zoals het VFL, om elkaar niet voor de voeten te lopen. Als iedereen zijn kerntaak invult, denk ik dat we prachtig werk leveren.
\r\nU vraagt verder naar de samenwerking in het kader van de Frankfurter Buchmesse. De economische invulling van de kandidatuur als gastland wordt alvast uitgewerkt. F.I.T. heeft de Frankfurter Buchmesse op het actieprogramma staan en ondersteunt de deelname van bedrijven aan verschillende andere beurzen via de zogenaamde call voor bedrijfsgroeperingen. Via de betoelaging van Boek.be dat een project heeft ingediend op de oproep, kan de Vlaamse boekensector een beroep doen op financiële ondersteuning door F.I.T. Zoals u weet, is Boek.be de vakvereniging van het Vlaamse boekenvak. De organisatie groepeert de Vereniging Vlaamse Boekverkopers (VVB), de Vlaamse Uitgevers Vereniging (VUV) en Verenigde Boeken Importeurs (VBI). Tussen Boek.be en het VFL bestaat vanzelfsprekend ook een nauwe samenwerking.
\r\nTer voorbereiding van de deelname aan de Frankfurter Buchmesse als gastland werkt F.I.T. momenteel rond drie pijlers: één, een opvallend grote delegatie en eveneens opvallend grote beursstand, twee, Vlaanderen promoten via het baanbrekend vakmanschap en drie, wereldwijde promotie van het gastlandschap. F.I.T. kondigt voorafgaand in 2015 wereldwijd aan dat Vlaanderen gastland is op de Buchmesse. Uiteraard zal een goede samenwerking met de verschillende betrokken actoren ook een belangrijke rol spelen.
\r\nMijnheer Delva, u vraagt naar de samenwerking met het fonds en de rol van de boekensector. Er is een goede samenwerking, wat mij betreft, tussen het VFL en de vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering in het buitenland. De buitenlandcel van het fonds heeft met een aantal van hen een goede werkrelatie opgebouwd, wat in een aantal gevallen leidt tot succesvolle samenwerkingsverbanden. Ik som enkele recente voorbeelden op: High Impact Tour UK en La Boite à Gand in Frankrijk. Er is ook een goede samenwerking met de Vlaamse vertegenwoordiging in Parijs, Londen en Berlijn voor de jaarlijkse organisatie van de vertaalprijzen.
\r\nDe bredere culturele en creatieve sectoren zijn ook belangrijk in het economisch beleid. Vanuit het Agentschap Ondernemen hebben we een samenwerkingsprotocol met Flanders DC om de creatieve sectoren ondernemender te maken. Flanders DC brengt daarvoor onder andere de verschillende actoren samen in een overlegplatform. Ik ben ervan overtuigd dat we naar synergie moeten zoeken en zo veel mogelijk voor gemeenschappelijke noden een gemeenschappelijk intersectoraal aanbod moeten creëren, voor alle culturele sectoren, en dus niet de inspanningen te veel versnipperen over de verschillende subsectoren.
\r\nVanuit dit overlegplatform voor de creatieve industrieën werd een globale visienota opgesteld, waarover in het kader van Vlaanderen in Actie een rondetafel werd georganiseerd. De aandachtspunten van de visienota zijn ondertussen door de verschillende beleidsdomeinen opgenomen en worden in uitvoering gebracht. Het Agentschap Ondernemen speelt daarin een belangrijke rol. Ik geef enkele voorbeelden: in het kader van design is er een structurele versterking voor alle actoren met een projectenbudget. Dat past in Design Platform Vlaanderen. Een accountmanager bij het Agentschap Ondernemen zorgt voor betere informatiedoorstroming voor de instrumenten van economisch beleid.
\r\nDe Winwinlening werd opengesteld voor de culturele initiatieven, ook voor vzws trouwens, met een economische activiteit natuurlijk. Er werd gespreid over Vlaanderen een netwerk van dienstverleners opgestart voor de begeleiding van jonge ondernemers in de culturele sectoren.
\r\nEr werd een project goedgekeurd voor de VVB in het kader van de oproep faillissementspreventie. Met dit project wordt de onafhankelijke boekhandel ondersteund naar een rendabele doorstart. Er zijn de afgelopen tijd heel wat initiatieven genomen naar de boekensector en de creatieve industrie.
\r\nDat is terecht, per jaar verschijnen 28.000 nieuwe titels in het Nederlands, en die productie resulteerde recent in een jaaromzet van 1,2 miljard euro. We moeten daar de nodige belangstelling voor tonen. Dat lijkt me vanzelfsprekend. Wat tewerkstelling betreft, gaat het om meer dan 3000 zelfstandigen, 510 verschillende werkgevers en ongeveer 7000 werknemers. Die cijfers spreken al voor zich. Daarom vind ik het zeer goed dat dit segment van ons bedrijfsleven afdoende wordt ondersteund in zijn internationaliseringsinspanningen. Dat is een terechte beleidsoptie.
\r\nWe hebben de laatste jaren extra aandacht gegeven en inspanningen gedaan. Misschien was dat vroeger minder of niet het geval. Ik was op de rondetafel. Ik ben van mening dat ze elkaar wat beter moeten leren aanvoelen. De missie naar California bijvoorbeeld ging gepaard met enige communicatieproblemen. Dat is allemaal uit te klaren en op te lossen. We dragen de creatieve industrie een warm hart toe, hopelijk is dat nu voor iedereen in deze commissie duidelijk.
\r\nDe voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
\r\nDe heer Paul Delva : Ik dank u voor uw uitgebreid antwoord, minister-president. Het is positief dat u het economische belang van de sector van de creatieve industrie naar voren schuift. Dat is niet te onderschatten.
\r\nU hebt gelijk, de gezamenlijke kandidatuur van Vlaanderen en Nederland voor de Frankfurter Buchmesse wordt enorm enthousiast onthaald binnen en buiten de sector. De verwachtingen zijn hooggespannen. Ik hoop dat die worden ingelost.
\r\nDe vraag van het VFL was niet zozeer gericht op steun van F.I.T. Het spreekt voor zich dat dat niet kan. Blijkbaar zijn er communicatieproblemen geweest die de directeur ertoe brachten om ons in te lichten.
\r\nIk ben er vast van overtuigd en de minister-president heeft dat ook aangegeven dat het hele project van de Frankfurter Buchmesse de katalysator zal zijn om die broodnodige samenwerking tussen het fonds, F.I.T. en andere actoren te accentueren en te versnellen. Ik heb begrepen, minister-president, dat F.I.T. al een heel actieplan heeft opgesteld om zich te richten op die Frankfurter Buchmesse. Dat is fantastisch nieuws. Vanaf nu kunnen we samen met het fonds en F.I.T. vooruitkijken. De Buchmesse zal een sleutelmoment vormen voor de hele Vlaamse boekensector. Het kan een precedent zijn voor de wijze waarop we ons alleen of met Nederland kunnen profileren op de domeinen waarin we goed zijn.
\r\nMinister-president, uw antwoord is hoopgevend. Er staat een heel duidelijk doel voorop. Zowel het fonds als F.I.T. als andere publieke en privépartners beseffen het belang van het succes op de Frankfurter Buchmesse. Dat is het hart van het economisch belang voor de sector. Ik hoop dat het plan, de strategie enzovoort van F.I.T. kunnen worden gerealiseerd. Dan zijn we op de goede weg.
\r\nDe voorzitter : De heer De Ro heeft het woord.
\r\nDe heer Jo De Ro : Voor alle duidelijkheid: ik heb geciteerd uit de Handelingen. Voor mij bleek in één week tijd vanuit de sector en in de antwoorden van de minister dat er wel wat meer aan de hand was dan wat communicatieproblemen.
\r\nMinister-president, los van de dubbele subsidiëring zijn er absoluut geen obstakels om vanuit F.I.T. te werken naar alle creatieve sectoren, en niet alleen de twee die we vandaag genoemd hebben. De heer Verstreken haalde het al aan, op de beurs die we met de commissie Media bezochten, had het Waalse Gewest wel een stand voor startende bedrijven die te klein zijn om zelf op zon beurs te staan. Vlaanderen had dat niet.
\r\nIk vind het absoluut positief dat er uitdrukkelijk wordt gezegd dat F.I.T. deze taken met veel plezier ter harte zal nemen, dat er een bondgenootschap komt voor de Frankfurter Buchmesse. Er zijn nog initiatieven nodig om bepaalde sectoren, F.I.T. en de bedrijven te laten samenwerken. We kunnen nog progressie maken.
\r\nDe voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
\r\nDe heer Bart Caron : Ik wil de bekommernis ondersteunen. Ik ben vorige week (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen)
\r\nEr zijn problemen geweest in de samenwerking tussen de creatieve sectoren en F.I.T. Het is wat zoeken en tasten geweest om elkaar te vinden. We moeten niet rond de pot draaien. Vorige week nodigde het VFL enkele commissieleden, F.I.T. en Boek.be uit naar de Frankfurter Buchmesse om onze kandidatuur officieel in te dienen. De voorzitter van ons parlement was er ook bij. We hebben ons kandidaat gesteld om als gastland op te treden, samen met Nederland, het liefst in 2016.
\r\nEr zijn heel veel contacten en informele momenten geweest. In de wandelgangen van die reusachtige beurs kun je elkaar ontmoeten. Ik denk dat er een doorbraak is, dat het vertrouwen gegroeid is en dat bij het F.I.T. de overtuiging aanwezig is dat de boekensector, en bij uitbreiding de creatieve sector, voor Vlaanderen een belangrijk exportproduct kan zijn. Zelfs al hebben we het nadeel dat we met amper 22 miljoen sprekers geen mondiale taal hebben. De samenwerking is goed, F.I.T. staat erachter en Boek.be en het FVL vinden elkaar daarin. Wij hadden toch dat gevoel na die dag en na de slotreceptie en de toespraken van alle betrokkenen. Ik denk dat we een heel goede start richting Buchmesse hebben genomen, dat de Buchmesse een soort motor of aanzwengelaar zou kunnen zijn om de creatieve sectoren meer dan ooit tevoren voor Vlaanderen internationaal op de kaart te zetten.
\r\nMinister-president, u weet toch dat als Vlaanderen in de geschiedenis ergens voor bekend is, het altijd is met zijn artistieke producten en kunstenaars. Zij hebben de tijd en de geschiedenis overleefd en zij hebben vandaag, ook voor Vlaanderen, een grote economische betekenis. Daar zijn we wel uniek in, in vergelijking met andere regios en landen in Europa. Ik ben dus blij dat het op die manier evolueert. Daarvan wou ik even getuigen omdat ik zelf in die delegatie aanwezig was.
\r\nDe voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.
\r\n","verslagnognietbeschikbaar":true,"zittingsjaar":"2012-2013"}