{"contacttype":[{"beschrijving":"Vraagsteller","beschrijving-meervoud":"Vraagsteller","contact":[{"fractie":{"id":1491046,"kleur":"83de62","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672118","naam":"Groen!","zetel-aantal":6},"id":1873,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1873?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Stassen","voornaam":"Jos"}]},{"beschrijving":"Ondervraagde minister","beschrijving-meervoud":"Ondervraagde minister","contact":[{"id":1746,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1746?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Anciaux","voornaam":"Bert"}]},{"beschrijving":"Spreker","beschrijving-meervoud":"Sprekers","contact":[{"fractie":{"id":1500852,"kleur":"F5822A","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1682544","naam":"CD&V","zetel-aantal":28},"id":2832,"is-huidige-vv":"J","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2832?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Rombouts","voornaam":"Tinne"}]}],"disclaimer":"","id":514879,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vi/514879","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vi/514879/verslag","rel":"verslag","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"nummer":"955","objectstatus":"behandeld","objecttype":{"naam":"Vraag om uitleg","naamMeervoud":"Vragen om uitleg"},"onderwerp":"over de ondersteuning van lokale jeugdraden","titel":"Vraag om uitleg van de heer Jos Stassen tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de ondersteuning van lokale jeugdraden","verslag-tekst":"
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn vraag hoeft niet lang te zijn. Ik hoop dat het antwoord, zoals gewoonlijk, klaar en duidelijk zal zijn.
Mijnheer de minister, een tijd geleden hebben mevrouw Poleyn en ik al actuele vragen gesteld over hoe het staat met de ondersteuning van de lokale jeugdraden. Tot begin vorig jaar bestond er een speciale jeugddienst - de Jeugddienst voor Maatschappelijke Participatie (Jemp) - die daarvoor werkte. Om allerlei redenen is die afgeschaft. De ondersteuningstaak zou worden overgenomen door het Steunpunt Jeugd.
Ik vind het belangrijk dat de lokale jeugdraden op de een of andere manier ondersteund worden door een hogere instantie, in dit geval het Steunpunt Jeugd. Binnen één gemeentelijke legislatuur passeren waarschijnlijk twee generaties jeugdraden. Het is eigen aan dit soort werk dat jongeren zich maar gedurende een korte periode engageren. Het is dan ook logisch dat de ondersteuningstaak voor de gemeentelijke jeugdraden continu blijft doorlopen.
Mijnheer de minister, begin vorig jaar hebt u ervoor gekozen om de ondersteuning toe te vertrouwen aan het Steunpunt Jeugd. U zou daarvoor twee mensen aanstellen. Nu verneem ik van mensen op het veld dat er problemen zijn met de uitvoering van wat u hebt beloofd.
Mijnheer de minister, de zaken verlopen niet zoals vooropgesteld. Er is of was geen coördinator. Ik weet niet precies wat de huidige situatie is. Er zijn vrij veel personeelswisselingen gebeurd. Hoe zijn de zaken verlopen? Is het probleem opgelost? Kan het steunpunt zijn taken uitvoeren? Moet er inhoudelijk worden bijgestuurd?
In de toelichting bij de begroting 2008 hebt u gezegd dat er een onderzoek zou worden gevoerd naar levensvatbaarheid van een ondersteuningsorganisatie voor gemeentelijke jeugdraden. Als we eind 2008 willen voorkomen dat mogelijk dezelfde overgangsproblemen optreden als eind 2006, is het van belang dat hier op korte termijn duidelijkheid over bestaat. Wat is de stand van zaken van dit onderzoek? Kunnen er al conclusies getrokken worden? Begin 2009 mogen we toch niet meemaken wat begin 2007 is gebeurd. Toen was er een organisatie blijkbaar niet klaar om haar taak op te nemen. Het is dan ook belangrijk dat u duidelijkheid schept over de huidige stand van zaken, zegt wat de beleidsvoornemens zijn en aangeeft wat we nog mogen verwachten. Acht u het wenselijk dat de aandacht voor jeugdbeleidsparticipatie gecombineerd wordt met de ondersteuning van de lokale jeugdraden?
De voorzitter: Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts: Mijnheer de voorzitter, ik sluit me aan bij deze belangrijke vraag. Bij de bespreking van de beleidsbrief hebben we gevraagd hoe de lokale jeugdraden ondersteund kunnen worden bij hun taakinvulling. Er is een duidelijk criterium opgenomen. Het Vlaams InformatiePunt zou de jeugdraden ondersteunen. Bij de bespreking van de beleidsbrief heb ik gezegd dat dit bij de opmaak van de jeugdbeleidsplannen niet volledig tot zijn recht is gekomen. We hebben ondertussen informatie gekregen over de personeelswissels. Daarnaast voelen we ook aan dat niet iedereen op dezelfde lijn zit. Het probleem is zeker nog niet uitgeklaard.
Mijnheer de minister, het is belangrijk dat de jeugdraden ondersteund worden. Hoe kunnen we op korte termijn actie ondernemen?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, jeugdbeleid, zowel lokaal als Vlaams en zelfs Europees, is wellicht het terrein waar het meest intensief, open en eerlijk aan interactief en participatief beleid wordt gewerkt. Dat verheugt me vanzelfsprekend, want het is enkel door jonge mensen, liefst vanaf de prille kinderleeftijd, het vertrouwen te geven om mee te beslissen, dat een democratische grondhouding ontstaat en wordt bewaard.
Het grote belang van participatie en interactief beleid wordt in al mijn beleidsdocumenten bevestigd en als prioritair geformuleerd. In de verschillende jeugddecreten, en vooral in het decreet Gemeentelijk Jeugdbeleid, krijgen deze aandachtspunten ook een concrete uitwerking.
Weldra zal ik ook een vernieuwd decreet Vlaams Jeugdbeleid aan deze commissie voorleggen. Ook hierin wordt heel expliciet en duurzaam de participatie, via diverse instrumenten en systemen, verankerd. Deze aandacht betreft zowel de kinderen als de jongeren, en wordt ook door een goed informatiebeleid ondersteund. In deze ruime context blijf ik een overtuigd pleitbezorger van het systeem jeugdraad. U weet dat ik de Vlaamse Jeugdraad koester als een aparte instelling, als een categoriale adviesraad naast mijn sectorale strategische adviesraad en de sectorraad sociaal-cultureel werk voor jeugd en volwassenen.
Mijnheer Stassen, ook op gemeentelijk en provinciaal niveau wil ik jeugdraden sterke, structurele en tastbare kansen blijven verstrekken. Dat is het uitgangspunt waarop ik mijn antwoord op uw vraag wil baseren. Ik deel daarom de zorgen die in uw vragen aan bod komen. Een goede begeleiding en een adequate ondersteuning van gemeentelijke jeugdraden zijn erg belangrijk. Uiteraard zijn de slagkracht en het succes van de jeugdraden in belangrijke mate afhankelijk van het enthousiasme en de betrokkenheid van jongeren. Nieuwe generaties bieden zich inderdaad zowat om de drie jaar aan. De interesse en de bereidheid tot engagement van deze nieuwe instromers zijn in belangrijke mate bepalend voor de werking van de jeugdraad. Het advieswerk werd ook ingewikkeld, vaak technisch. Juist daarom, en ook als voorwaarde voor de betrokkenheid van jonge mensen zijn een gedegen coaching en begeleiding van gemeentelijke jeugdraden uiterst belangrijk en zelfs een premisse.
Deze opdracht en taak tot ondersteuning van gemeentelijke jeugdraden ligt bij verschillende actoren: in de eerste plaats bij de lokale jeugddiensten, en dus onrechtstreeks bij haar koepelorganisatie, de Vereniging van Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten (VVJ). Het vormings- en begeleidingswerk van de VVJ besteedt veel aandacht aan deze begeleiding en stelt die centraal in het profiel van gemeentelijke jeugdconsulenten. Deze competentie wordt ook afgetoetst bij selecties en benoemingen.
Daar zijn ook overkoepelende structuren van het jeugdwerk belangrijke bondgenoten, want veel lokale jeugdraden komen uit het jeugdwerk. De vorming van het jeugdwerk zoomt daarom regelmatig in op het engagement in jeugdraden. Ook de lokale schepenen, burgemeesters, en onrechtstreeks de VVSG, kunnen hierbij een rol spelen. Ze nemen die taak ook actief op. Ten slotte zijn er ook de Vlaamse Jeugdraad en het Steunpunt Jeugd, waarover later meer, en de Vlaamse overheid zelf.
In dit kader heb ik bij de beslissing om de subsidie van de vereniging Jemp vanaf 2007 stop te zetten, de waarborg gegeven dat er middelen ter beschikking zouden blijven voor expliciete ondersteuning van plaatselijke jeugdraden. Zowel in 2007, maar ook in de begroting 2008 voorzag ik hiervoor in een bedrag van 150.000 euro.
Uit het overleg met de spelers in het veld zoals de VVJ, Steunpunt Jeugd, de Vlaamse Jeugdraad en de VVP, groeide toen de vaststelling dat er nood was aan een aparte vereniging die de expliciete ondersteuning van plaatselijke jeugdraden moest blijven opnemen. Deze keuze hield ook in dat die functie door een particuliere vzw moest worden opgenomen. Ze moest ook worden opgericht los van de overheid. Er was grote consensus om hiervoor voldoende tijd te nemen, zodat een nieuwe organisatie met een solide basis zou starten. Streefdoel was en is nog steeds om deze nieuwe vzw vanaf 2009 via het reguliere subsidiesysteem van het decreet Vlaamse Jeugdbeleid te ondersteunen.
Het Steunpunt Jeugd kreeg de opdracht om ondertussen de ondersteuning van jeugdraden op zich te nemen. Zo bleef een duurzame ondersteuning van de jeugdraden gegarandeerd. In de concrete aanpak werd de ondersteuning van de lokale jeugdraden in 2007 opgesplitst in twee deelopdrachten. De eerste opdracht richtte zich op het concretiseren van de ondersteunings- en begeleidingsrol voor lokale jeugdraden. Een tweede opdracht zou de noden op het vlak van jeugdraadondersteuning en lokale participatie onderzoeken, en bekijken hoe deze noden konden vertaald worden in een concrete aanpak.
Voor de eerste opdracht nam het Steunpunt Jeugd al begin 2007 de taak op zich om in de begeleiding van de opmaak van de gemeentelijke jeugdbeleidsplanning te fungeren als helpdesk en doorverwijsplek voor alle vragen van de lokale jeugdraden. Vanaf maart 2007 werden hiervoor twee projectmedewerkers aangeworven. In hun dagelijkse werking werden beide medewerkers aangestuurd door de directie van het Steunpunt Jeugd.
Voor de tweede opdracht werd binnen het Steunpunt Jeugd een aparte vzw opgericht, de vzw Ondersteuning Lokale JeugdParticipatie. Deze vzw onderzocht in het najaar 2007 de noden in het veld. Het is immers deze vzw die moet uitgroeien tot de autonome organisatie voor de ondersteuning van de jeugdraden en de lokale participatie. Vanaf augustus 2007 werd een projectmedewerker vervangen door een stafmedewerker. Deze stafmedewerker nam de taken op zich van de nieuwe vzw. Hij ging echter eind 2007 uit dienst, en werd intussen vervangen.
Omwille van de duidelijkheid en de autonome profilering van de nieuwe vzw werd beslist om vanaf 1 januari 2008 alle personeel ook op de payroll van de nieuwe organisatie te plaatsen. Gezien het succes van de helpdesk en de begeleidingen, is toen ook beslist om een tweede projectmedewerker aan te werven om te werken aan brede participatie. Dit wil dus zeggen dat er sinds 7 januari drie mensen werken voor de vzw Ondersteuning van lokale participatie.
Deze week werd onze administratie geïnformeerd dat ook deze nieuwe stafmedewerker beslist heeft om persoonlijke redenen eind maart uit dienst te gaan. Er is intussen al in opvolging voorzien.
Een aantal concrete initiatieven werd het voorbije jaar opgezet om de ondersteuning van de gemeentelijke jeugdraden te blijven garanderen. In het jaarverslag werd een aantal activiteiten vermeld. Ik zal ze even opsommen. Op de website van het Steunpunt Jeugd werden pagina's aangemaakt met specifieke informatie over jeugdraden. De bestaande informatie die op de website van het Steunpunt Jeugd te vinden was over lokale jeugdbeleid thema's werd dus aangevuld. Via www.jeugdraden.be kan deze info eveneens worden opgevraagd. Ook in de elektronische nieuwsbrief voor lokale jeugdwerkers 'Humus' werd en wordt gezorgd voor aanvulling met informatie voor en over gemeentelijke jeugdraden.
Verder werden in de vormingsbrochure van het Steunpunt Jeugd voor het najaar 2007 drie vormingen opgenomen voor gemeentelijke jeugdraden. Deze vormingen werden in 2007 zesmaal aangevraagd. In 2007 werden drie vormingen gegeven bij externe organisaties. Op de 'Trip Lokaal'-trefdagen - de provinciale trefdagen - werden in vier provincies twee sessies gegeven voor en over lokale jeugdraden. In 2007 verschenen twee publicaties: '(Her)samenstelling en erkenning. Blaas je jeugdraad nieuw leven in!' en 'Het adviesseizoen is geopend'. In het tijdschrift Krax werden twee artikels gepubliceerd. In 2007 werden 51 vragen beantwoord afkomstig van leden van de jeugdraad, medewerkers van jeugddiensten en lokale mandatarissen.
In totaal bereikten de projectmedewerkers van het steunpunt 116 gemeenten in 2007, via de helpdesk of de vormingen. Gemeenten waar meerdere contacten mee waren, werden slechts eenmaal meegeteld.
De opdracht van deze nieuwe vzw om na te gaan welke noden er zijn op het vlak van participatie, vertrok op een al bestaande basis. In 2006 gaf ik immers een opdracht voor een onderzoek inzake lokale beleidsparticipatie, dat inzicht moest geven in de wijze waarop inspraak en participatie van kinderen, jongeren en het jeugdwerk in en aan het lokaal beleid vorm krijgt. Het Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde van de Hogeschool Gent, in samenwerking met de Vakgroep Sociale Agogiek van de Universiteit Gent, voerde deze opdracht uit. Bedoeling van het onderzoek was een stand van zaken op te maken - met sterktes en zwaktes - met betrekking tot de formele en jeugdspecifieke participatie, en beleidsaanbevelingen te formuleren die een lokaal participatiebeleid voor de jeugd kunnen stimuleren of ondersteunen.
Er werd ook een onlinebevraging gedaan bij lokale jeugdraden. Via de jeugddiensten werden de contactgegevens van de lokale jeugdraden opgevraagd. In totaal hebben 260 respondenten geantwoord. Er werd gepolst naar de werkthema's van de jeugdraad, hun ondersteuningsbehoeften en hun eerste ervaringen met de vzw Ondersteuning Lokale JeugdParticipatie en haar jeugdraadondersteuning. Uiteraard werd met de resultaten van deze bevraging rekening gehouden bij de verdere uitbouw van de werking van de vzw.
De nieuwe vzw heeft, zoals ook bedoeld, recent een aanvraag tot subsidiëring en een beleidsnota ingediend via het onderdeel participatie/communicatie van het decreet Vlaams Jeugdbeleid. De datum van indiening was 15 maart. Het dossier wordt nu beoordeeld door de administratie en de adviescommissie.
Zoals ik al uitvoerig heb beklemtoond, blijf ik lokale jeugdraden een belangrijk instrument vinden bij de lokale beleidsparticipatie. Deze prioriteit is ook de afgelopen twee jaren zowel in zijn dagelijkse coaching, onder andere via de helpdesk, als door de verkenning van een stevig toekomstprofiel degelijk en ook rustig ingevuld.
Uiteraard is formele beleidsparticipatie via adviesraden slechts één vorm van participatie. Willen we kinderen en jongeren op een volwassen manier blijven betrekken bij het ruime beleid, dan moeten we op zoek blijven gaan naar verschillende vormen van participatie. Een jeugdraad kan een cruciale rol spelen in het begeleiden en ondersteunen van een communicatief planningsproces en kan voor een opstap zorgen naar een bredere beleidsparticipatie.
Ik vind het dan ook wenselijk dat de ondersteuning van lokale jeugdraden gecombineerd wordt met het ontwikkelen van nieuwe visies en initiatieven rond brede beleidsparticipatie. Dit is een opdracht die de nieuwe vzw Ondersteuning van Lokale JeugdParticipatie ook op zich heeft genomen. Ik ga er dan ook van uit dat hieraan in de beleidsnota aandacht zal worden besteed. Maar dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van deze organisatie. Zoals ik al heb gezegd ligt de opdracht tot ondersteuning van de lokale beleidsparticipatie bij verschillende actoren, elk vanuit hun eigen opdracht en invalshoek. Ik hoop dat zij in samenwerking en samenspel met elkaar die opdracht gezamenlijk opnemen.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Ik begrijp dat nu alles uitgevoerd geraakt zoals beloofd werd op 1 januari 2007 en dat het nu op kruissnelheid komt. Ik zal me niet uitspreken over de afschaffing van Jemp vooraleer u een nieuw ondersteuningsorgaan hebt opgericht. Het is nu eenmaal gebeurd. Het orgaan moet op zich bestaan en kan niet worden ingebed in een structuur zoals Steunpunt Jeugd. Dat heeft een andere opdracht.
De voorzitter: Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts: Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Ik ben heel blij dat u de lokale jeugdraden en de ondersteuning belangrijk vindt, maar dat wisten we eigenlijk al. We hebben een overstap gehad. Dat bracht de nodige moeilijkheden mee. Ik reken erop dat dit zo snel mogelijk de verdere en volledige ondersteuning van het beleid krijgt om de organisatie en de vzw volledig uit te bouwen.
Er is samenwerking tussen de verschillende spelers in het veld. Ik vraag me af of de andere spelers - onder meer het VIP - op volle daadkracht werken. Voor een goede samenwerking moeten alle diensten stevig op hun poten staan. We zitten voor een deel met iets nieuws. Iedereen moet nog zijn draai zoeken. Momenteel is het nog een beetje moeilijk. Ik hoop dat alles wordt ingezet om de structuren maximaal uit te bouwen zodat ze kunnen samenwerken.
Minister Bert Anciaux: Ik denk dat dat gebeurt, en ik ben even hoopvol als u.
De voorzitter: Het incident is gesloten.
","verslagnognietbeschikbaar":true,"zittingsjaar":"2007-2008"}