{"contacttype":[{"beschrijving":"Vraagsteller","beschrijving-meervoud":"Vraagsteller","contact":[{"fractie":{"id":1500852,"kleur":"F5822A","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1682544","naam":"CD&V","zetel-aantal":28},"id":1869,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1869?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Sauwens","voornaam":"Johan"}]},{"beschrijving":"Ondervraagde minister","beschrijving-meervoud":"Ondervraagde minister","contact":[{"id":1746,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1746?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Anciaux","voornaam":"Bert"}]},{"beschrijving":"Spreker","beschrijving-meervoud":"Sprekers","contact":[{"fractie":{"id":1491028,"kleur":"ffe500","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672025","naam":"Vlaams Belang","zetel-aantal":29},"id":2838,"is-huidige-vv":"J","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2838?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Deckmyn","voornaam":"Johan"},{"fractie":{"id":1496762,"kleur":"003D6D","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1680522","naam":"Open Vld","zetel-aantal":25},"id":3300,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/3300?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Schoofs","voornaam":"Hans"},{"fractie":{"id":1491006,"kleur":"ffac12","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1671992","naam":"N-VA","zetel-aantal":5},"id":1895,"is-huidige-vv":"J","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1895?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Van Dijck","voornaam":"Kris"},{"fractie":{"id":1491011,"kleur":"e23a3f","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1683305","naam":"sp·a","zetel-aantal":22},"id":1908,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1908?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Van Nieuwkerke","voornaam":"André"},{"fractie":{"id":1491046,"kleur":"83de62","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672118","naam":"Groen!","zetel-aantal":6},"id":1873,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1873?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Stassen","voornaam":"Jos"},{"fractie":{"id":1491011,"kleur":"e23a3f","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1683305","naam":"sp·a","zetel-aantal":22},"id":2845,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2845?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Caron","voornaam":"Bart"}]}],"disclaimer":"","id":500239,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vi/500239","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vi/500239/verslag","rel":"verslag","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"nummer":"6","objectstatus":"met redenen omklede motie(s) ingediend","objecttype":{"naam":"Interpellatie","naamMeervoud":"Interpellaties"},"onderwerp":"over de oprichting van de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen","titel":"Interpellatie van de heer Johan Sauwens tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de oprichting van de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen","verslag-tekst":"
De voorzitter: De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens: Mijnheer de minister, collega´s, ik heb vandaag gelezen dat u in uw begroting heel veel geld hebt kunnen vrijmaken voor sport. Dat steunen wij. In het begin van de legislatuur hebben wij dit ook mee een duw gegeven. Vandaag gaat het er ons om in hoeverre die gelden efficiënt, nuttig en strategisch juist besteed worden.
In het Belgisch Staatsblad van 19 juli 2007 lees ik dat op 9 juli 2007 de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen werd opgericht. De zetel van de vennootschap is Arenbergstraat 9, op het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Bij de oprichters en bestuurders vinden we naast enkele vertrouwelingen van de KBVB, waaronder de voorzitter, ook uw kabinetschef Paul De Knop en uw broer de heer Roel Anciaux.
Onmiddellijk na de oprichting dient de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen een aanvraag in tot ondersteuning van de werking ten bedrage van 1.700.000 euro. Op 10 juli 2007 vraagt u als bevoegd minister meteen het advies van de Vlaamse Sportraad met hoogdringendheid. De sportraad zou moeten adviseren voor 13 juli 2007, een termijn van slechts 3 dagen. De sportraad formuleert een voorlopig advies, dat op 6 september wordt aangevuld met een definitief advies. In veel bedenkingen die de sportraad bij het formuleren van de twee adviezen heeft gegeven, kunnen wij ons vanuit CD&V sterk terugvinden. Ik wil een aantal elementen aanhalen.
Ten eerste is de lijn in sportief Vlaanderen tot nu toe altijd geweest dat jeugdsport de corebusiness is van de sportfederaties. Zij moeten daarvoor zelf instaan en niet een of andere vzw waarin overigens maar één sportfederatie vertegenwoordigd is. Tot vandaag hebben wij in Vlaanderen een driesporenbeleid gevoerd: het eigen instrumentarium met het departement en Bloso, de sportfederaties die geresponsabiliseerd worden en de lokale sportdiensten van gemeente en provincie. Nu komt er een vzw die een belangrijk bedrag mee zal kunnen beheren. Het is toch niet omdat de KBVB faalt in het organiseren van de jeugdwerking dat wij nu vanuit de overheid plots de kastanjes uit het vuur moeten halen? We doen dat voor geen enkele andere sportfederaties, maar wel hier.
Ten tweede richt het project zich uitsluitend op het voetbal. Alle andere ploegsporten, waar jeugdopleiding ook essentieel is, komen niet in aanmerking. Binnen het voetbal zouden enkel de clubs aangesloten bij de KBVB in aanmerking komen. Is dat zo? Door de vertegenwoordiging van de voetbalbond in de raad van bestuur en de naamgeving van de vzw lijkt het ook niet de bedoeling om andere sporttakken of federaties tot de vzw toe te laten.
Ten derde stelden bijna alle andere sportfederaties zich al jaren geleden in regel met de Vlaamse regelgeving. Ondanks langdurige en aanslepende onderhandelingen werd bij de KBVB hiertoe tot vandaag geen echte bereidheid gevonden. Er worden gesprekken gevoerd, en ze evolueren gunstig, maar van echte stappen vooruit merken we niet veel. Nu lijkt het alsof de voetbalbond wordt beloond omdat hij steeds heeft geweigerd de Vlaamse regels toe te passen. Met een dergelijk?cadeau´ voor de voetbalbond lijkt het mij ook onwaarschijnlijk dat hij nu sneller geneigd zal zijn om een splitsing door te voeren. Of heb ik het verkeerd voor?
Als drukkingsmiddel is de subsidie niet echt goed, want dat zou vereisen dat u of uw opvolger binnen drie jaar plots subsidies zou moeten?afpakken´ van het jeugdvoetbal. U beseft ongetwijfeld maar al te goed dat dit, gezien de omvang ervan en het brede actieveld van de voetbalbond, politiek geen gemakkelijke beslissing zal zijn.
Ten slotte stellen wij ons vragen over de grootte van het subsidiebedrag. De Vlaamse Sportraad merkt terecht op dat 1,7 miljoen euro een smak geld is. Het is meer dan 5,5 keer het totale bedrag dat in 2006 voor de facultatieve opdracht jeugdsport aan alle andere Vlaamse sportfederaties samen werd toegekend. Ook hier lijkt een verbreding naar andere sporttakken aangewezen. Tot vandaag hebben we steeds decreten uitgewerkt die op verschillende sporttakken van toepassing zijn, slechts bij uitzondering ging het over een decreet over één sporttak.
Zoals we al in andere besprekingen hebben gezegd, vindt CD&V het goed dat in het kader van de onderhandelingen met de KBVB een belangrijk bedrag wordt vrijgemaakt voor steun aan het jeugdvoetbal. In mijn ogen moet die steun wel aan voorwaarden zijn gebonden en via de bestaande structuren worden toegekend; dat moet niet via een nieuwe vzw gebeuren. Het Vlaamse beleid moet transparant zijn: dat staat in het regeerakkoord. Uw collega´s in de regering zijn ook die mening toegedaan, want u hebt van hen niet de toestemming gekregen om door te zetten met de plannen voor de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen die u in juli hebt bekendgemaakt.
U kondigde op provinciale informatievergaderingen en op de website van de administratie Sport een nieuw subsidiereglement aan voor de toekenning van experimentele projectsubsidies voor de ondersteuning van eenmalige infrastructuurwerken voor de jeugdaccommodatie van de voetbalclubs. Eerst wou men de trainers vergoeden, maar plots, en pas in de maand oktober, kwam de hele zaak geweldig in beweging. Toen zei men dat men subsidies zou geven voor infrastructuurwerken. Toch werkt u nog altijd verder met de vzw Jeugdvoetbal. Deze specialisten inzake jeugdopleiding en training zijn nu plots ook specialisten inzake infrastructuur- en drainagewerken en jeugdaccommodaties zoals kleedkamers en kantines geworden.
Mensen van een aantal clubs hebben me gezegd dat u op die provinciale informatievergaderingen hebt uitgelegd dat de vzw de ingediende subsidieprojecten zal beoordelen. In uw persmededeling zegt u dat het gaat over?projectsubsidies die de kwaliteit van het jeugdvoetbal in Vlaanderen een duwtje moeten geven. De vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen vervult een adviserende, begeleidende rol. De subsidies zullen rechtstreeks naar de clubs gaan. Subsidies zullen enkel verleend worden voor de uitwerking van infrastructuurwerken aan onroerende goederen, bijvoorbeeld de drainage van het terrein, het opfrissen van de kleedkamers en het installeren van verlichting.? Op een van die bijeenkomsten zou uw vertegenwoordiger ook hebben gezegd dat het ook zou kunnen gaan over kantines, maar dan op voorwaarde dat daar ook jeugd komt en jongerenbijeenkomsten doorgaan.
Verder lees ik:?Afhankelijk van het niveau van de club kunnen de infrastructuurwerken voor een maximumpercentage van het totale investeringsbedrag gesubsidieerd worden. In de beoordelingscriteria van de aanvragen zullen volgens het reglement de volgende aspecten beoordeeld worden: het infrastructuurprojectplan, de kwaliteit van het jeugdvoetbalopleidingsplan, het aantal gediplomeerde trainers in de club, de aanwezigheid van de technisch verantwoordelijke jeugdopleiding, het aantal aangesloten jeugdspelers, het aantal jeugdploegen, het aantal terreinen enzovoorts.? De aanvragen moeten voor 1 december 2007 zijn ingediend. De infrastructuurwerken moeten klaar zijn voor 1 oktober 2008.
Graag kreeg ik van de minister een antwoord op enkele concrete vragen. Gezien er veel tijd is verlopen tussen het indienen van het interpellatieverzoek en de discussie van vandaag, zoals ook de voorzitter heeft gezegd, heb ik een aantal bijkomende vragen. In die periode is het dossier immers aan ernstige evoluties onderhevig geweest. De eerste vraag is en blijft de kernvraag: hoe ver zijn de gesprekken gevorderd met de KBVB over zijn aanpassing aan de Vlaamse sportregelgeving?
Waarom laat u deze betoelaging voor de jeugdsport niet verlopen via de geijkte, decretale subsidiekanalen? Eventueel kan dat ook om projectsubsidies en subsidies voor experimenten te organiseren, maar dan verbonden aan de voorwaarde dat de KBVB de Vlaamse decreten respecteert.
Welke mogelijkheden bestaan er voor andere sporttakken en -federaties om mee te genieten van deze subsidie? Vier: wat is de reden voor de hoogdringende behandeling van dit dossier door de administratie, de Vlaamse Sportraad en de Vlaamse Regering? U zegt dat u veel geld hebt. Maar ik kan me toch niet van de indruk ontdoen dat er is ge?mproviseerd. Ik druk me dan nog eufemistisch uit. Eerst wordt een vzw opgericht; nadien wordt gezegd dat die wordt betrokken bij de subsidiëring van de jeugdopleidingstrainers; nog later komen de infrastructurele activiteiten erbij; dan kwamen er infosessies.
Als u snel middelen wou aanbieden, waarom maakte u dan geen gebruik van de gemeentelijke sportdiensten, zoals in het verleden al gebeurde in het kader van het contract jeugdsport? Daar zit expertise en een objectieve filter voor de toekenning. U doet het los van het Bloso, los van uw departement en van de administratie. Hoe gaat u op een billijke en transparante manier die subsidies toekennen? Hoe gaat de vzw dat kunnen doen? Op basis van welke criteria werd de raad van bestuur van de vzw Jeugdvoetbal samengesteld en wat is de expertise van elk van de bestuurders op het gebied van jeugdsport? Ik wil echt de namen horen en de uitleg krijgen waarom zij in de vzw zijn opgenomen. Waarom wordt de vzw Jeugdvoetbal betrokken bij de uitvoering van dit reglement? Het lijkt me toch een absolute basistaak van de administratie om subsidieaanvragen te beoordelen. Zal de vzw Jeugdvoetbal zelf betoelaagd worden? Het is belangrijk dat we duidelijk weten in hoeverre er een financiële vergoeding aan de vzw zelf en aan de leden van de vzw betaald zal worden voor het werk dat ze doen in opdracht van de minister. In hoeverre lijkt 1 december u haalbaar voor de clubs die vaak op gemeentelijke terreinen spelen en dus toelating moeten vragen aan de gemeente om bepaalde werken uit te voeren en eventueel ook een gemeentelijke bijdrage kunnen krijgen voor het deel dat ze zelf moeten bijleggen? Is dit overlegd met de gemeenten? Houdt u vast aan de datum van 1 december?
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de minister, geachte collega´s, enige tijd geleden sloot de Vlaamse minister van Sport een akkoord met de Koninklijke Belgische Voetbalbond over de subsidiëring van het jeugdvoetbal in Vlaanderen. De subsidie werd gepland voor drie jaar en voor een bedrag van ongeveer 5,1 miljoen euro. De feiten zijn gekend. De voorwaarde die eraan werd gekoppeld was dat de voetbalbond de structuren zou aanpassen conform de federale logica in dit land. Indien hij dat niet zou doen, zou de subsidie na drie jaar worden stopgezet.
Ik heb u in het verleden al gezegd dat ik niet geloof dat deze aanpak de kansen op splitsing van de voetbalbond zou vergroten. U had een ander standpunt, maar ik vrees dat wat ik denk dichter bij de waarheid zal liggen.
Omdat het decretaal onmogelijk is om de subsidie rechtstreeks te storten aan de niet-gesplitste voetbalbond, werd de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen opgericht. Daar beginnen nu uiteraard de problemen. De minister vroeg advies aan de Vlaamse Sportraad. Die was niet onverdeeld positief - en ik druk me eufemistisch uit - over het ministerieel besluit. Zo werden er vragen gesteld bij de aanwezigheid van mensen van de voetbalbond in de raad van bestuur, bij de aanwezigheid van een familielid van de minister en nog andere zaken.
Als we de kranten mogen geloven, heeft de ministerraad het argument weggelachen dat de vzw zou uitmonden in een splitsing van de voetbalbond. Het Vlaams Belang heeft dit trouwens in het verleden meermaals gesteld. De minister engageerde zich via zijn beleidsnota om de resterende unitaire bonden van dit land te splitsen. De onwil om te splitsen is manifest groot bij de voetbalbond. Het ziet er meer en meer naar uit dat de minister niet zal slagen in zijn opzet. Integendeel, via allerlei omwegen probeert de minister extra middelen te bezorgen aan de voetbalbond. Het opzetten van de vzw Jeugdvoetbal is er een van.
Nu dat opzet voor een deel de mist ingaat, probeert de minister op een onorthodoxe manier het geld dat oorspronkelijk bedoeld was om betere jeugdtrainers op te leiden, ineens te besteden aan infrastructuurprojecten. Los van het feit dat jeugdsport inderdaad de corebusiness moet zijn van de sportfederaties en niet ondergebracht moet worden in een afzonderlijke vzw - dit werd ook door de Vlaamse Sportraad gesteld - getuigt de aanpak van de minister toch wel van - de heer Sauwens spreekt van?improvisatie´-?wispelturige nonchalance´, zou ik zeggen. Dit kan men nauwelijks nog een doordacht beleid noemen. Op zijn best kan men het een ad-hocbeleid noemen en, zoals de Vlaamse Sportraad terecht opmerkt, lijkt het bovendien onwaarschijnlijk dat de voetbalbond met zulke cadeaus sneller geneigd zal zijn om een splitsing door te voeren.
De ministerraad stak dus blijkbaar een stokje voor de oorspronkelijke plannen van minister Anciaux. Geen subsidies dus voor de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen op de manier waarop men het gedacht had. Hiermee wordt de minister niet alleen teruggefloten, maar sneuvelt er een voor hem belangrijk deel van zijn beleid. Deze pijnlijke beslissing komt nog eens bovenop de bestaande kritiek over de manier waarop de minister nu al omspringt met subsidies. Maar de 1,7 miljoen euro subsidie staat wel ingeschreven in de begroting. Men zou een uitweg zoeken voor de te besteden middelen die anders verloren gaan. Dit zou men doen door een subsidiereglement te gaan gebruiken voor eenmalige infrastructuurwerken voor jeugdaccommodatie.
De heer Sauwens stelt terecht de vraag naar wie de evaluatie van die projecten moet doen. Ik ben gaan kijken op de website van de voetbalbond. Daar kon men het subsidiereglement al vinden. In artikel 16 wordt gezegd dat?de adviescommissie en de administratie alle initiatieven kunnen nemen die nodig zijn om het dossier op een adequate wijze te onderzoeken´. Wie wat doet, is me nog niet volledig duidelijk.
Ik kan me dus perfect aansluiten bij de vraagstelling van de heer Sauwens. Ik voeg nog enkele vragen toe. Welke maatregelen heeft de minister genomen om in het kader van zijn beleid ter ondersteuning van het jeugdvoetbal, zijn plannen om de voetbalbond aan te zetten om te splitsen, verder gestalte te geven? Die vraag is eigenlijk een beetje analoog aan de vraag van de heer Sauwens. Ik heb die vraag in het verleden al vaak gesteld en ik zal ze telkens opnieuw blijven stellen. Bent u van oordeel dat u met uw beleid de voetbalbond nog kan aanzetten om zich te conformeren aan de federale logica vermits het oorspronkelijke plan met de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen toch in dit teken stond? Steunt de Vlaamse Regering de minister nog in zijn beleid ten aanzien van het voetbal in België en heeft de vernoemde situatie dan enkel maar te maken met een slecht uitgewerkt besluit van de minister?
De voorzitter: De heer Schoofs heeft het woord.
De heer Hans Schoofs: Mijnheer de minister, geachte collega´s, ik zou me ook willen aansluiten bij het voorgaande, en zeker bij de heer Sauwens, die een aantal pertinente opmerkingen heeft gemaakt.
Ik verwijs in mijn inleiding naar vorige interpellaties in deze commissies waarbij inderdaad aangedrongen werd op de splitsing van de KBVB. Bovendien is er in mei 2005 een duidelijk standpunt ingenomen door de Vlaamse Sportraad, waarin gezegd wordt zich te conformeren of verstoken te blijven van subsidies. Ik denk dat we allemaal achter dit standpunt blijven staan.
Ik stel vast dat het een beetje is zoals autorijden: als we met de auto willen rijden, moeten we een rijbewijs hebben. Dat principe geldt hier echter niet. We moeten blijkbaar wel werkingsmiddelen op tafel leggen. Mijnheer de minister, u gaat nu via de omweg van een vzw toch voortijdig aanzienlijke bedragen ter beschikking stellen aan de KBVB. Er zijn nochtans andere mogelijkheden om het jeugdvoetbal te financieren. Dat zou zelfs rechtstreeks kunnen gebeuren. Daarvoor is er niet meteen een vzw nodig. Ik blijf erbij: in het verleden hebben we allen hetzelfde standpunt gehuldigd. De decreetgeving stelde de duidelijke voorwaarde dat de bond zich moest aanpassen aan een Vlaams systeem en een Vlaamse procedure. Dat lijkt me evident. Daarom ook mijn vraag: waarom blijven we nu niet duidelijk die eis stellen dat de KBVB eerst aan die wettelijke verplichting moet voldoen, alvorens de subsidies kunnen worden verstrekt?
Open Vld wil ook een kanttekening maken bij de grootte van het bedrag. Het gaat over 1,7 miljoen euro. De heer Sauwens wees er daarnet al op: dat is vijf maal de steun die wordt gegeven aan alle Vlaamse sportfederaties samen. Zelfs de Vlaamse Sportraad vindt dit overdreven. Zoveel geld in één klap vastleggen voor één doelgroep is een beetje buiten proportie. We kunnen net zo goed andere jeugdsportinitiatieven daarbij betrekken. Hoe ziet u dat bedrag in de toekomst evolueren? Gaat dit ook bij de volgende begrotingen onverminderd worden voortgezet?
Als controlemechanisme ter zake roept u een vzw in het leven. U vindt de KBVB momenteel geen voor 100 percent transparante partner. Daar kunnen we ons alleen maar bij aansluiten. Er zijn voorbeelden legio waaruit blijkt dat de KBVB er niet in slaagt een intern rechtsorgaan te ontwikkelen dat transparant is en gestoeld op de beginselen van een democratische rechtsstaat. We stellen echter vast dat die garanties dat dat bedrag van 1,7 miljoen euro terechtkomt waar het moet terechtkomen, al evenmin in die vzw zijn ingebouwd. Ook daar is er geen sprake van een onderhevig zijn aan controle, zoals dat hoort. Ik lees over vage criteria. Andere leden hebben die al vermeld. Het is niet nodig ter zake in herhaling te vallen.
We twijfelen niet aan uw voornemen om te zorgen voor enige objectiviteit ter zake. We twijfelen al evenmin aan de vakbekwaamheid van een aantal mensen in de raad van bestuur van deze vzw, of aan de vakbekwaamheid van uw broer. U weet echter dat dergelijke zaken gevoelig liggen. Elke zweem van verdachtmaking ter zake zou bij voorbaat moeten worden weggenomen. U weet dat dit in de politieke besluitvorming een zeer gevoelig punt is. Ook daarover zou ik graag een duidelijk antwoord krijgen, net als een aantal andere leden in deze commissie.
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de voorzitter, er zijn al heel wat vragen gesteld. Mijnheer de minister, als we kijken naar de evolutie van dit dossier, ben ik eigenlijk niet echt verrast. U hebt de hier geponeerde stellingen dat de voetbalbond zich moet aanpassen en dergelijke, steeds onderschreven. Recentelijk, een half jaar tot een jaar geleden, hebt u echter eveneens gesteld dat u het zich als Vlaams minister van Sport niet kunt veroorloven te blijven wachten op de voetbalbond. Dat siert u, omdat eruit blijkt dat u bekommerd bent over die sportbeoefening van heel wat jongeren en kinderen. Zij kunnen er niets aan doen dat die federatie niet bereid is stappen te zetten. Ik ga ervan uit dat uw intenties goed zijn. We kennen elkaar lang genoeg. Ik ga er altijd van uit dat de intenties van mensen, en zeker van ministers, goed zijn. Ik vrees echter dat u zichzelf in de voet aan het schieten bent. Ik zeg dat niet met leedvermaak of met afgunst. Ik stel dat alleen vast.
We krijgen reacties van diegenen die wel doen wat hoort, die wel regels en decreten naleven. Ze vragen wat hier nu nog eerlijk aan is. Ik heb begrip voor uw bekommernis voor die jonge voetballers, maar anderzijds is er die hele sportsector die zich vragen stelt. In sport is eerlijkheid en fair play nu eenmaal een basisregel. Die mensen vinden dat u als minister een zekere vorm van fair play aan de dag moet leggen.
Sinds de heer Sauwens zijn interpellatieverzoek heeft ingediend, is er al wel wat gebeurd. Er is wat evolutie. Toch heb ik een wrang gevoel. Waarom zoeken we nu andere kanalen dan de bestaande om een tegemoetkoming te geven voor de infrastructuur? We verwachten van de lokale besturen dat ze sportbeleidsplannen opstellen. De leden die iets te maken hebben met het lokale beleid, weten dat elke gemeente momenteel zeer druk bezig is die sportbeleidsplannen vorm te geven. Daarin zijn belangrijke infrastructuurelementen aanwezig.
Ik stel me de vraag: waarom? Het doorkruist de twee dingen, vanuit het fair play-gedachtegoed, waar ik het net over had. In die optiek stel ik de vraag waarom we op deze weg, met een aparte vzw en een aparte dotatie, zeer doelgericht voor het jeugdvoetbal alleen een beleid voeren. Mijnheer de minister, ik meen oprecht dat u hier, hoewel met goede bedoelingen, toch in uw eigen voet schiet. Ik wil hierover meer duidelijkheid krijgen. Is het niet mogelijk die middelen te kanaliseren via de lokale sportwerking zodat de gemeenten daar beschikking over hebben en ze kunnen worden ge?mplementeerd, niet alleen voor het jeugdvoetbal maar voor de jeugdsport in het algemeen? Waarom zoeken naar een extra weg waarbij het element van rechtvaardigheid, althans naar mijn aanvoelen, voor een stukje verlaten wordt, hoewel met goede bedoelingen van uwentwege?
De voorzitter: De heer Van Nieuwkerke heeft het woord.
De heer André Van Nieuwkerke: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, we leven in Vlaanderen met een vzw-manie. Er zijn honderden vzw´s in Vlaanderen. Ik heb in de tijd wat betreft topsport, me altijd wat verzet tegen die veelkoppige draak. Het is blijkbaar een ingeborenheid bij de Vlaming om een vzw op te richten.
Ik zal de terechte vragen niet herhalen, maar ik wil ze in een breder kader plaatsen wat voetbal betreft. We kunnen de analyse maken wat de nationale ploeg en de fysiek-technische kwaliteit van onze voetballers betreft. Ik denk in het algemeen dat het voetbal en de Koninklijke Belgische Voetbalbond er belang bij hebben dat men zich aanpast aan de regionalisering van de sport, want ze hebben nood aan ondersteuning. Ik spreek over de aangepaste stadions. Je voelt het zo aankomen: Vlaanderen, het Vlaams Parlement en de regering, zullen zich moeten beraden over de ruimtelijke inplanting. Men zal zich zeker en vast moeten beraden over het instappen in een pps-formule. Wat topvoetbal betreft, is er heel wat werk te verrichten. Het voetbal en de Koninklijke Belgische Voetbalbond zullen steun nodig hebben van de regio´s.
In de topsportscholen die voetbal aanbieden, is er hier en daar nood aan aangepaste topsportinfrastructuur voor voetbal, naar aanleiding van de successen in Frankrijk en Nederland, waar men overdekte grasmatten heeft en de fysiek en techniek in optimale omstandigheden kan aanscherpen. Wanneer men een halve meter zijn bal verliest, is men hem tegenwoordig kwijt in het topvoetbal op Europees vlak. Wanneer je een wedstrijd analyseert, zie je dat we op dat vlak een achterstand hebben. Ook aan de infrastructuur in de lagere competities kan er veel verbeterd worden. Wat betreft het inschrijven in het Jeugdsportfonds voor alle federaties, maar ook voor voetbal, is er eveneens nood aan. Ik zie geen beleid vanuit de voetbalbond omtrent een adequaat jeugdopleidingssysteem. Dat zijn allemaal elementen die ervoor pleiten dat Vlaanderen zijn verantwoordelijk opneemt. De minister en het Vlaams Parlement willen en kunnen dat ook. Ik wil dit koppelen aan het feit dat ze zich zouden aanpassen aan onze structuren.
Het gaat niet alleen over de jeugdopleiding, maar over alle andere dingen die we kunnen doen. Het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering moeten zich eens bezinnen over hoe heel dat pakket kan worden vormgegeven. Misschien is het nodig om vanuit het Vlaams Parlement een duidelijk signaal te geven dat we niet tegen het voetbal zijn. Integendeel, het heeft de grootste sportfederatie. Er zijn heel wat jongeren, families enzovoort die met voetbal bezig zijn. Dat is positief. Op dit ogenblik zijn we onmachtig om daar in mee te stappen.
Ik kan begrijpen dat de minister ongeduldig is en met verschillende soorten middelen dat voetbal probeert te ondersteunen. Ik sluit me deels aan bij de kritiek die hier wordt geformuleerd op het aparte systeem. Ik vind dat terecht. We hebben er ook al over gediscussieerd. We zouden een aantal dingen moeten staken en van nul af aan beginnen. De aspiratie van de minister was helemaal anders dan enkel met accommodatie werken. Het was zijn aspiratie om te werken aan de kwaliteit van de opleiding. Hij heeft gezegd dat er geen consensus over was binnen de regering, maar hij wil toch iets doen. Ik neem hem dat niet kwalijk, integendeel. Ik vind het goed dat hij zich betrokken voelt en beseft dat er binnen de grootste sportfederatie in Vlaanderen, dat moet gezegd, geen beleid wordt gevoerd. Daar komt het op neer.
Daarnaast is er ook het decreet op de Vlaamse sportinfrastructuur. Dit staat daar ook haaks op. Ik voel me daar niet zo goed bij. We moeten eens een debat voeren om een globaal plan op te stellen.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, ik kan me aansluiten bij een hele reeks vragen die werden gesteld en bij het harde oordeel dat over de voetbalbond werd geveld. De vraag die vandaag voorligt, is echter of de Vlaamse overheid al dan niet haar beleid moet aanpassen aan de situatie en bepaalde maatregelen moet nemen die bijna haaks staan op het gevoerde beleid. Uw stelling was dat er een pak middelen beschikbaar waren. Met dat geld hoopte u de voetbalbond mee te krijgen om een bepaald beleid te voeren. Dat was ook de houding van de heer Sauwens. Dat is echter niet gebeurd. Dat is hun probleem. De vraag die nu op tafel ligt, is echter of we ons beleid moeten aanpassen aan dat van de voetbalbond, die niet wil meewerken.
Uit de bedenkingen die ik van de meeste collega´s heb gehoord, maak ik op dat we dat niet moeten doen. De conclusie van de heer Sauwens is zeer juist. Wat op tafel ligt, staat haaks op het beleid dat tot nu toe werd gevoerd. We hebben de keuze gemaakt om te werken via het Bloso, de administratie, de federaties of de lagere besturen, zoals de gemeentes en provincies. Er zijn weinig argumenten om dat te veranderen. Ik denk dat er andere mogelijkheden zijn.
Er werd een pertinente vraag gesteld. Uit de opmerkingen van de collega´s maak ik op dat mensen niet willen dat we ons beleid aanpassen aan de situatie van de voetbalbond. (Opmerkingen van minister Bert Anciaux)
Als u dan toch een vzw opricht, zou u er toch moeten voor zorgen dat die zo is samengesteld dat er geen vragen over kunnen worden gesteld. Ik wil niet oordelen over de privésituatie van bepaalde personen. Dat gaat me echt niet aan. Er zijn in een ander dossier echter al vragen gesteld over de benoeming van de echtgenoot van de gewezen minister van Economie. Dat is geen goede zaak. Het gaat er niet om of de persoon al dan niet bekwaam is. Door deze benoeming lokt u echter vragen uit.
Waarom neemt u trouwens geen andere voetbalbonden op in die vzw? Ook daar spelen heel wat jongeren voetbal.
De voornaamste vraag blijft of het beleid zich moet aanpassen aan de voetbalbond. Ik heb het gevoel dat iedereen hier vindt van niet.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik zal trachten te antwoorden op de vele vragen en bijkomende opmerkingen. Mijnheer Sauwens, de situatie is inderdaad veranderd. De oorspronkelijke interpretatie was vooral gericht op een situatie die niet gerealiseerd is.
Het klopt dat net voor de zomervakantie de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen werd opgericht. Aanleiding was uiteraard mijn intentie om een project op te zetten dat de kwaliteit van het jeugdvoetbal kan bevorderen. Ik had dat trouwens ook in de beleidsbrief 2007 aangekondigd en daarna meermaals verkondigd in de commissie. Het gaat dus niet om een nieuw feit. Ik heb herhaaldelijk gezegd dat het voor een minister van Sport moeilijk is om niets te doen voor een van de belangrijkste doelgroepen, met name de jeugdvoetballers. Mijns inziens is het ook belangrijk dat op een bepaald moment andere wegen bewandeld worden om hetzelfde doel te bereiken. Ik denk niet dat iemand mij kan verdenken tegen de splitsing van de KBVB te zijn.
Mijnheer Deckmyn, ik blijf ervan overtuigd dat ik nog tijdens deze legislatuur een doorbraak kan forceren. Ik heb er inderdaad een andere strategie op nagehouden, omdat de vorige tot op heden niet heeft gewerkt. Ik ben van mening dat het in een dergelijk geval beter is voor een andere aanpak te kiezen om die splitsing van de Belgische voetbalbond te realiseren. Maar het is toch niet vies er tegelijkertijd naar te streven dat ook het sportbeleid het jeugdvoetbal in Vlaanderen ondersteunt.
Omdat de meeste voetbalclubs half augustus opnieuw van start gaan met hun clubwerking, leek het me wenselijk het voorstel van project van de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen nog voor het zomerreces aan de Vlaamse Regering voor te leggen. Dat is ook de reden waarom ik aan de Vlaamse Sportraad heb gevraagd om snel een advies te formuleren.
Nadat ik dat advies had ontvangen, werd echter duidelijk dat er bij de sportsector nog heel wat onbeantwoorde vragen waren over het project. Vandaar dat ik wat extra tijd genomen heb voor terugkoppeling met de vzw én voor een nieuw overleg met de Vlaamse Sportraad. Dat vond plaats in september. Het advies dat hieruit voortkwam had, mijns inziens, een heel andere invulling dan wat selectief uit het eerste advies vaak wordt geciteerd. De sportraad gaf in september immers een gematigd positief advies. Intussen werd overlegd met de regeringspartners in functie van de agendering van het voorstel op de Vlaamse Regering. Daar bleek er geen consensus te zijn over het feit dat dit project best zou worden uitgevoerd via de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen. Verschillende alternatieve pistes werden vervolgens afgetoetst. Finaal werd in de regering een consensus bereikt om de jeugdvoetbalclubs met een subsidiereglement rechtstreeks aan te spreken voor twee seizoenen, voor twee begrotingsjaren: het begrotingsjaar 2007 en het begrotingsjaar 2008.
In die zin hebt u gelijk. Oorspronkelijk was het de bedoeling om een regeling uit te werken voor drie seizoenen. Dan zou de beslissing om te stoppen met een subsidiëring via de vzw inderdaad genomen moeten worden tijdens de volgende legislatuur. Politiek gezien is dat niet interessant. De beslissing wordt dan ook over minder dan een jaar genomen, met name bij de begrotingsopmaak voor 2009. Als de Belgische voetbalbond binnen het jaar niet is gesplitst, dan wordt dit bedrag niet meer vrijgemaakt op de begroting 2009. Die middelen worden dan toegevoegd aan het reguliere sportbeleid.
Voor het seizoen 2007-2008 heb ik geopteerd voor een rechtstreekse oproep aan alle Vlaamse voetbalclubs die een jeugdwerking hebben, alsook aan alle Brusselse clubs met een Nederlandstalige jeugdwerking, met de vraag een voorstel in te dienen voor kleinschalige infrastructuurwerken die direct ten goede komen aan hun jeugdwerking.
Voor alle duidelijkheid, want twee collega´s interpreteren dit nog steeds verkeerd: het is nooit de bedoeling geweest om ook maar één euro subsidie te geven aan de Koninklijke Belgische Voetbalbond. Het is evenmin de bedoeling om deze subsidies via de vzw te laten verdelen. De subsidie gebeurt rechtstreeks via het reglement, de aanvraag gebeurt rechtstreeks bij de administratie en de vergoeding wordt rechtsreeks betaald aan de club en gebeurt niet via de vzw en zeker ook niet via de KBVB.
Voor 2007-2008, gelet op de weinige tijd die ons restte, werd geopteerd om de middelen voor infrastructuurwerken aan te wenden omdat daar de rechtstreekse band onmiddellijk kon worden gelegd. De beoordeling moet altijd gebeuren via een adviescommissie. Ik heb niet gezegd dat dat de vzw is. Ik heb wel gesteld dat ik uit eerlijke schaamte de mensen die in de vzw zitten zal vragen om deel uit te maken van deze adviescommissie; niet de vzw, maar wel de mensen die in de vzw zitten. Ik zeg u dat heel open. Daar is volgens mij ook niks mis mee. Ik verklaar dat aan alle betrokkenen. Ik wil die lijst graag overlopen. Deze mensen doen dit totaal gratis met heel veel inzet.
Infrastructuurwerken financieren heeft als bedoeling dat de jeugdwerking een betere omkadering krijgt. Kwaliteit vereist dat. Voor 2008 willen we dit wel doen, maar ingebed in het beleid en via de Vlaamse Trainersschool en Bloso. Zo is het ook gevraagd door de collega´s in de regering.
De infrastructuurwerken staan natuurlijk haaks op een van de argumenten bij de bespreking van de eerste kwaliteitsvolle oefening, namelijk de jeugdopleiding verbeteren via de vzw. Er werd gezegd dat het een project was dat te ver ging en al te structureel werkte rond kwaliteitsopleiding. Dat moet eigenlijk via de federatie gebeuren, die nu natuurlijk nog niet gesubsidieerd kon worden. Het zou een uitdrukkelijke taak moeten zijn van de federaties, wat logisch is. De vzw die opdracht geven ging al te ver, vandaar de focus op infrastructuur. Het was ook kort dag. Opleiding in 2008 moet via de Vlaamse Trainersschool en via Bloso gebeuren.
Over deze pistes voor 2007 en 2008 is er binnen de regering onderhandeld en een consensus bereikt. Uit de voorstellen zullen dossiers geselecteerd worden waar een projectsubsidie aan zal worden toegekend voor een maximaal bedrag van 20.000 euro.
In 2008 zullen projecten die de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiding ten goede komen, ondersteund worden. Ook hiervoor zal een subsidiereglement worden ontwikkeld waarbij clubs projecten kunnen indienen voor een maximaal bedrag van 10.000 euro. Dit project zal via de Vlaamse Trainerschool worden uitgewerkt en geco?rdineerd. De leden van de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen zullen als advies- en begeleidingsgroep fungeren bij beide projectreglementen.
Deze aanpak werd intussen op verschillende infomomenten aan de clubs uit alle voetbalfederaties gepresenteerd. Laat me ook het misverstand uit de wereld helpen dat de subsidies enkel de clubs uit de KBVB ten goede zouden komen.
U vraagt waarom ik de toelagen niet via de geijkte decretale subsidiekanalen laat verlopen. Daarop heb ik al een antwoord gegeven, maar ik ga er graag nog even op door. Ik lees samen met iedereen elke dag in de krant hoe het gesteld is met het voetbal in dit land en dat dit probleem mee geworteld is in het feit dat het jeugdvoetbal op een weinig kwaliteitsvolle manier wordt georganiseerd. Voetbalclubs zitten in een felle concurrentieslag met het buitenland. Dat maakt de dreiging dat de jeugdwerking verder wordt afgebouwd, nog groter. De jeugdopleidingen voetbal in Vlaanderen verdienen extra impulsen en ondersteuning vanuit het Vlaamse sportbeleid.
Ik wens niet aan de klaagmuur te gaan staan over deze situatie. Ik wil vanuit mijn Vlaamse beleidsverantwoordelijkheid Sport echt iets doen met een positief jeugdproject. Het experimentele project was de beste manier om een snelle doorstart te geven aan de oplossing van het probleem van het jeugdvoetbal in Vlaanderen en zo de grote groep jongeren te bereiken die, door de voorlopige weigering van de KBVB om zich aan te passen aan de voorwaarden gesteld in het decreet van 13 juli 2001 op de erkenning en subsidiëring van federaties, niet structureel kunnen worden ondersteund.
Tijdens dit experimenteel project kunnen zowel de Vlaamse administratie als de voetbalbonden ervaring opdoen die kan worden meegenomen in een op termijn structureel ingebed verhaal binnen het decreet op de sportfederaties. De experimentele subsidies worden dus maar voor twee jaar voorzien, 2007 en 2008. In juni 2008 start de opmaak van de begroting 2009. In september 2009 wordt de politieke bespreking aangevat. Ik wil tegen die periode duidelijkheid over de situatie met de KBVB om te kijken of er nog een toekomst is voor het project jeugdvoetbal. Sowieso worden die middelen binnen het decreet op de sportfederaties ingebed.
De gesprekken met de KBVB over de herstructurering in functie van het conformeren aan de regels van het decreet op de sportfederaties worden verder gezet. Ik heb recent nog een brief aan de KBVB gestuurd met de vraag mij een tijdsschema en plan van aanpak rond de herstructurering over te maken. Voorlopig heb ik op mijn schrijven nog geen reactie mogen ontvangen. Mijn volgende stap zal zijn aan de KBVB te vragen het door mijn administratie opgestelde tijdschema te volgen in functie van het vrijwaren van de voorziene middelen voor dit project jeugdvoetbal. De betrokkenen, van wie sommigen in de vzw aanwezig zijn, zijn zeer goed op de hoogte van de beslissing dat in september die evolutie zich moet hebben voorgedaan.
De andere sportfederaties kunnen, zoals u weet, een beroep doen op de middelen voorzien binnen het federatiedecreet voor de facultatieve opdracht jeugdsport.
Graag verwijs ik ook naar de impulssubsidies die vanaf 2009 worden uitgekeerd in uitvoering van het decreet op het lokaal Sport voor Allen-beleid voor initiatieven die de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiding bevorderen in clubs die bij door Vlaanderen erkende sportfederaties zijn aangesloten.
De raad van bestuur van de vzw Jeugdvoetbal bestaat uit verschillende deskundigen. Affiniteit met voetbal of jeugdvoetbal was een must, maar ook de inbreng van juridische expertise en topsportervaring was wenselijk om van deze vzw een sterke en gedegen structuur te maken. Ik hoopte inderdaad dat de vzw een voorloper zou zijn van de Vlaamse Liga die tussen vandaag en een jaar zou moeten ontstaan. In de vzw zetelen alleen betrokken personen. Op de voorzitter, de heer Frans Van Den Wijngaert, berusten geen verdachtmakingen: hij is een autoriteit op het gebied van sport en topsport. De heer François De Keersmaecker zetelt ook in de vzw. Het is niet vanzelfsprekend dat de voorzitter van de KBVB lid werd van de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen. Zo gaf hij een duidelijk signaal aan de KBVB, en daar is intern een hele discussie aan voorafgegaan. Ik bezorg u via de commissiesecretaris de lijst van de leden van de vzw.
Alle leden hebben zich persoonlijk geëngageerd om van dit project een succes te maken. Interessant om melden is dat de vzw binnenkort zal worden uitgebreid met een extra bestuurder, op vraag van de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond. Alle leden zijn in de vzw onbezoldigd actief, en ze doen dat met veel inzet.
Ik heb ervoor gekozen om rechtstreeks de clubs aan te spreken via een projectreglement, en dit appreciëren ze ten zeerste. Op dit moment aan de gemeenten vragen om projecten jeugdvoetbal in te dienen zou niet haalbaar zijn geweest. De gemeenten zitten immers in de eindspurt van de opmaak en goedkeuring van hun sportbeleidsplan, in het kader van het decreet op het lokaal Sport voor Allen-beleid.
Ik wil nog enkele zaken verduidelijken. Een: hier is gezegd dat de KBVB een?cadeau´ krijgt. Ik benadruk dat de bond geen euro krijgt. Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling dat we de bond steunen. Twee: ik heb al gezegd dat de periode van drie jaar in deze legislatuur is ingepast, zodat ik er zelf verantwoordelijk voor ben dat de subsidie voor 2009 niet meer wordt toegekend als de KBVB zich niet volgens de vereisten van het decreet heeft aangepast.
Drie: er is opgemerkt dat er 5,5 keer meer middelen naar jeugdvoetbalopleidingen gaan dan naar de facultatieve opdracht jeugdsport. In 2007 werd 300.000 euro besteed aan de facultatieve opdracht jeugdsport. In 2008 wordt dat bedrag voor de sportfederaties opgetrokken, tot op het niveau van het bedrag dat is uitgetrokken voor jeugdvoetbal. Ik wijs erop dat de andere federaties ook nog via andere kanalen geld ontvangen.
We zijn van een uitgebreid kwalitatief project over jeugdopleiding geëvolueerd naar een keuze voor infrastructuur. Dat heeft te maken met de lange discussie die daaraan is voorafgegaan. De beoordeling van de projecten zal gebeuren door de mensen die in de vzw actief zijn enerzijds, en door mensen van mijn administratie anderzijds. De voorwaarde dat de KBVB zich aan de vereisten van het decreet aanpast, is duidelijk: als de KBVB dat binnen een jaar niet doet, dan krijgen de lokale voetbalclubs dat geld niet meer.
Ik heb er al op gewezen dat dit niet los van het departement of van Bloso gebeurt: volgend jaar gebeurt de hele organisatie via de Vlaamse Trainersschool. De vergoeding is nihil. De voorlichtingsvergaderingen waren uiterst positief. Hoe zit het met de kans op splitsing van de voetbalbond? De politieke bereidheid is er bij de leden van de KBVB, en die is lange tijd afwezig geweest. Steunt de Vlaamse Regering de minister? Ja, dit gebeurt in overeenstemming met het standpunt van de collega´s-ministers.
Het geld is in de begroting 2008 opgenomen. Als bij de opmaak van de begroting 2009 de KBVB niet is overgegaan tot de oprichting van een Vlaamse liga, dan worden die middelen voor het reguliere sportbeleid aangewend. Het is ook de bedoeling dat we in 2008 een Jeugdopleidingsfonds oprichten waaruit alle federaties kunnen putten. Ik denk dus niet dat de andere federaties de dupe van de zaak zijn, gezien de nieuwe initiatieven.
Moet het beleid zich aanpassen aan bestaande situaties of aan de onwil van bepaalde actoren? Het is een fundamentele vraag. Ik denk dat naast een regulier beleid steeds een impulsbeleid of een ad-hocbeleid nodig is dat tot doel heeft een en ander in het reguliere beleid te integreren. Het zou onzinnig zijn om een impulsbeleid of een ad-hocbeleid uit te bouwen dat haaks staat op het reguliere beleid. Op korte termijn druk uitoefenen om een onwillige federatie ertoe te bewegen zich aan te passen aan de regelgeving is wél verantwoord. Het bedrag van 1,7 miljoen euro voor voetbalondersteuning kan vanzelfsprekend niet via de bestaande federatie worden verdeeld. Want dan is het geld verdeeld. Als we dat zouden doen en binnen een jaar 1,7 miljoen euro zouden afhouden om in het kader van het decreet dit geld aan te wenden voor voetbal, dan worden de andere federaties eigenlijk gestraft voor de positieve houding van de KBVB.
Het klopt dat ik een operatie beoogde om een kwaliteitsvol, goed begeleid project uit te werken via een vzw waarvan de leden zich allemaal vrijwillig inzetten. Dat kon niet. Daar zijn verschillende redenen voor aan te voeren. Ik ben daarin teruggefloten, dat is duidelijk. Iedereen weet dat intussen. Ik heb wel van de regering de toelating gekregen om deze gelden opzij te zetten om een impuls te kunnen geven aan het jeugdvoetbal. Als we naar buiten met zijn allen steeds benadrukken dat jeugdvoetbal belangrijk is, dan moeten we onze nek durven uitsteken. Ik wil dat doen, en wil mijn verantwoordelijkheid niet te ontlopen.
Vanzelfsprekend is het de taak van het parlement om binnen een jaar te evalueren. Er is in sanctiemogelijkheden voorzien. Als de doelstelling niet is gerealiseerd, dan zijn deze gelden voor het jeugdvoetbal verloren. Ik zal dan toch kunnen zeggen dat ik een inspanning heb geleverd om deze sector, die toch een belangrijk bevoegdheidsdomein is, te ondersteunen. Ik hoop hiermee een antwoord op de meeste vragen te hebben gegeven.
De heer Johan Sauwens: Mijnheer de voorzitter, geachte collega´s, het is bijna niet te geloven hoe hier lichtzinnig een aantal vragen ontweken worden en hoe een aantal onwaarheden verteld worden.
Ten eerste zegt u dat er een consensus is binnen de regering. Tot driemaal toe is het dossier behandeld binnen de regering en werd geen akkoord bereikt. (Opmerkingen van minister Bert Anciaux)
Dan wil ik graag de datum weten en de beslissing van de regering kennen.
Ten tweede was er een duidelijke consensus binnen de regering om het niet via de vzw te doen, en u doet het toch.
Minister Bert Anciaux: Ik doe het niet via de vzw.
De heer Johan Sauwens: Ik neem uw eigen persmededeling. U zegt:?In totaal maakt minister Anciaux 1,625 miljoen euro over aan projectsubsidies. De vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen vervult hier een adviserende en begeleidende rol. De subsidies zullen dus rechtstreeks naar de clubs gaan.?
De vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen zal dus uiteindelijk de selectie doen. Dat hebben uw vertegenwoordigers ook zo gezegd op de infosessies. Maar het gaat hier om een pure technisch-administratieve controle die perfect door uw eigen administratie kan gebeuren. De vraag is wat de toegevoegde waarde van deze vzw hierin is.
Ten derde zegt u dat die mensen dat vrij en belangeloos doen. Het bedrag is van 1,7 miljoen teruggebracht naar 1,625 miljoen euro. Er zal dus 75.000 euro betaald worden aan de vzw. Dat heeft uw medewerker gezegd op de toelichtingsvergaderingen in de provincies. Waar zal dat geld voor gebruikt worden? Voor werkingskosten? Voor loonkosten? Ik wil juiste en duidelijke informatie. Ik wil de datum waarop dit binnen de regering beslist is. Ik wil er binnen de kortste termijn een antwoord op hebben.
U zegt dat het kort dag is, maar het is perfect mogelijk om de middelen die in de begroting 2007 staan, over te hevelen naar de begroting 2008 zodat er op een coherente manier gewerkt kan worden. Weet u collega´s, dat de Vlaamse Sportraad advies heeft moeten uitbrengen over dit subsidiereglement, terwijl het al in het Staatsblad gepubliceerd was? Is dat een ernstige manier van werken? U haalt geen akkoord binnen de regering, om redenen die mij vreemd zijn, maar u doet het dan toch via een andere constructie. U gaat constant van het ene been op het andere staan. Dan wordt de Vlaamse Sportraad nog eens afgedreigd om zeer snel een advies op vraag van het kabinet te formuleren. Ik gebruik bewust het woord afgedreigd, ik kan u voorbeelden geven. En de clubs hebben ocharme één maand de tijd om het project in te dienen.
Volgens mijn informatie ligt tweederde van de terreinen op gemeentelijke grond. Dus suggereer ik om minstens de gemeenten erbij te betrekken. Om werken te mogen uitvoeren op terreinen van de gemeenten moet er een erfpachtovereenkomst of een recht van opstal toegestaan worden. Dat kan zelfs niet binnen de gewone huur- of concessieovereenkomsten.
Ik stel me ook de vraag in hoeverre het Rekenhof en de Inspectie van Financiën deze betalingen zullen kunnen goedkeuren.
De vzw is helemaal overbodig in de toepassing voor dit subsidiereglement, want in tegenstelling met de beoordelingscommissies in de kunstensector, moet er in deze dossiers geen subjectieve artistieke beoordeling gemaakt worden, maar louter heel zakelijk en technisch gekeken worden of de documenten in orde zijn. Het druist helemaal in tegen de geest van de beslissing van de Vlaamse Regering die niet wenste dat er samengewerkt werd binnen deze vzw.
In het Staatsblad staat:?De doelstelling van de vzw is het bevorderen van de kwaliteit van de jeugdopleiding in het voetbal in Vlaanderen en het stimuleren en beschermen van de jeugdopleiding van de Vlaamse voetbalclubs.? Dat houdt geen verband met de uitvoering van eenmalige infrastructuurwerken aan de jeugdaccommodaties binnen de clubs. Wat is de link van de doelstelling waarvoor uw vzw is opgericht in juli met drainagewerken op een voetbalplein? In welke mate zal dit kwaliteitsverhogend werken? Ik stel me daar grote vragen bij.
U kunt technisch perfect een bedrag overhevelen naar volgend jaar en iets meer tijd nemen, iets meer consulteren en een iets meer afgelijnd programma uitwerken. Maar dat is puur improvisatie, waar we het Vlaamse sportbeleid op langere termijn geen dienst mee bewijzen. Ik zal met een aantal collega´s een motie indienen omdat we dit echt niet kunnen aanvaarden. Wij vinden het goed dat u wat doet voor het voetbal, maar doe het op een consistente en goed voorbereide manier, betrek er iedereen bij die er iets van weet en wantrouw uw eigen administratie wat minder.
De voorzitter: De heer Schoofs heeft het woord.
De heer Hans Schoofs: Ik sluit me volledig aan bij wat de heer Sauwens zegt. Ik denk dat het duidelijk is dat hierover geen consensus was binnen de regering. Ik stel vast dat er ook in deze commissie geen consensus is. Ik denk dat u daar niet om heen kunt, mijnheer de minister. Dan zou het u sieren dat u beginselvast bent en dat u zegt dat u die budgetten zult inhouden. Maar wat ik het meeste betreur, is dat er geen lijn en geen logica zit in deze besluitvorming. Het is ingegeven door een zeker ongeduld. Laat ons het uiteindelijke doel niet uit het oog verliezen.
Ik denk dat u met het toekennen van deze middelen aan infrastructuur, een zeker verwachtingspatroon creëert. Ik heb toevallig wat ervaring met infrastructuurwerken. Dergelijke werken vragen een zeer lange voorbereidingstijd. Men moet een architect raadplegen, men moet een vergunning aanvragen, men moet eventueel nog extra gelden zoeken, want met die projectsubsidie van 10.000 euro springt men niet heel ver. Maar ik neem aan dat heel wat clubs die wortel graag voorgehouden krijgen. U zegt dat dit bedrag eindigt binnen dit en twee jaar. (Opmerkingen van minister Anciaux)
Een jaar? Nog erger! U laat infrastructuurwerken starten, u laat plannen maken en dan zegt u misschien dat de budgetten niet langer uitgekeerd worden. Want dat zou nog altijd kunnen, laat ons eerlijk zijn. U bouwt de subsidies af in de tijd.
Minister Bert Anciaux: Ze worden wel beoordeeld. Men weet welk project subsidies zal krijgen en welk niet.
De heer Hans Schoofs: Maar ik neem aan dat men toch een dossier moet indienen om subsidies te kunnen krijgen, en aan een aantal criteria zal moeten voldoen. Een dossier gaat toch uit van een plan, van een architect. U gaat toch geen subsidies geven op basis van een luchtkasteel. Als u aan infrastructuurwerken subsidies wilt geven, dan vergt dat voorbereidingen. En een club draait in 99 percent van de gevallen nog altijd op vrijwilligers.
Ook de rol van de vzw vind ik enigszins verwarrend. Daar is net nog op gewezen. De leden van de vzw zouden deel gaan uitmaken van een commissie, of heb ik dit verkeerd verstaan? Wat is nu eigenlijk het verschil? What´s in a name? Is het een vzw of een commissie? Laten we eerlijk zijn: het zullen uiteindelijk die mensen zijn die zullen beoordelen waar dat geld heen gaat.
U plaatst dit allemaal in de context van de toenemende professionalisering en mondialisering in de voetbalsport. Laten we alsjeblieft eerlijk blijven: het is niet alleen zo voor de voetbalsport dat het geld naar de eerste ploeg gaat. De wielersport is een ander voorbeeld. Er zijn voorbeelden genoeg waarin het geld helaas, om welke reden dan ook, naar de elite gaat. Waarom daar dan ook niet andere clubs en sporten bij betrekken?
Ten slotte maakt u melding van een vzw die misschien zal uitmonden in een Vlaamse liga. Hoe dat gaat gebeuren, is me ook niet duidelijk. Ik vind het wel essentieel dat, als we vragen aan een liga zich te conformeren aan de decreetgeving, ook dat democratisch rechtsbeginsel intern wordt ingebouwd. Een liga moet worden samengesteld uit mensen van de sector, van de eigen sportbond. Dat moet gepaard gaan met een interne democratie.
Minister Bert Anciaux: Het is een voorloper.
De heer Hans Schoofs: Goed, maar hoe moet ik dat interpreteren? Mij lijkt het alsof de mensen die in die vzw gaan zetelen, ook zullen doorstromen naar die Vlaamse voetballiga. Ofwel maakt u die vergelijking niet, maar dan laat ik die vzw ook voor wat ze is. Ik zou daar toch duidelijke antwoorden op willen krijgen.
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, het is inderdaad duidelijk dat er tegenspraak is binnen de regering. Er is op zijn minst toch onduidelijkheid. De heer Schoofs zei het daarnet al: er is geen lijn, er is geen logica. Ik vind toch dat er heel wat mist wordt gespuid, zeker over de betrokkenheid van die vzw´s. Sommige sprekers hebben er daarnet op gezinspeeld.
Ik steun de heer Van Nieuwkerke als hij vraagt dat het Vlaams Parlement een duidelijk signaal zou geven, een signaal dat het ons menens is met het steunen van het voetbal en jeugdvoetbal. Dat is belangrijk, maar dan wel op voorwaarde dat ze zich aanpassen aan de structuren in dit land. Ik meen te begrijpen dat er ter zake een consensus bestaat tussen alle partijen. Zoals de heer Stassen met een goede boutade zegt: we moeten ons niet aanpassen aan het beleid van de voetbalbond. Ik vind het vreemd te moeten vaststellen dat er hier snel wordt overgeschakeld naar een subsidiereglement, omdat de oorspronkelijke vzw-mogelijkheid blijkbaar politiek niet haalbaar is. De minister zegt dat de gemeenten hier niet meteen kunnen worden ingeschakeld, daar ze nog bezig zijn zich in te schakelen in het?Sport voor Allen´-beleid. Ze zijn echter toch wel degelijk betrokken partij. Dat geeft helemaal geen goede indruk. Het sportbeleid in Vlaanderen krijgt hierdoor een vrij amateuristische uitstraling. Het geld was beschikbaar, en moest dus worden uitgegeven. Andere sportfederaties zullen heel wat bedenkingen hebben. Daarvan ben ik alvast overtuigd.
Mijnheer de minister, u stelt ook dat de bespreking over de splitsing van de voetbalbond wordt voortgezet. U hebt nog geen antwoord gehad op uw jongste brief. Volgens mij wordt u, eerlijk gezegd, aan het lijntje gehouden. Ik vrees dat het een beetje wachten op Godot zal worden.
U stelt ook dat dit geen cadeau aan de bond is. De bond laat uiteraard wel uitschijnen dat hij een onderhandelde oplossing - dat is tegenwoordig een modieuze term - met u heeft uitgewerkt met betrekking tot de toekenning van de experimentele projectsubsidies voor de ondersteuning van eenmalige infrastructuurwerken aan de jeugdaccommodatie bij voetbalclubs. Ik heb het vandaag nog eens nagekeken: op de webstek van de voetbalbond kan het subsidiereglement gewoon worden geraadpleegd. Een lokale club zal zich niet echt zorgen maken over de vraag of het nu gaat over de vzw, de regering of de voetbalbond. Hij ziet het reglement op de webstek van de voetbalbond, dus besluit hij dat de voetbalbond, in samenwerking met de minister, heeft gezorgd voor subsidies.
Mijnheer de minister, ik deel uw optimisme niet over een snelle oplossing voor de splitsing van de voetbalbond. U weet dat. U zult me misschien verbazen in de toekomst, maar ik vrees van niet. U houdt me al enkele jaren voor dat ik wel zal zien wat er zal gebeuren.
Minister Bert Anciaux: Een zittingsperiode is een zittingsperiode.
De heer Johan Deckmyn: Dat klopt, maar we komen toch al heel dicht bij het einde.
Ik wil ook met een redenen omklede motie aankondigen.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de voorzitter, het is niet aan mij om de minister te verdedigen. Mijnheer de minister, ik stel vast dat u op zijn minst een politiek probleem heeft met een aantal meerderheidsfracties, die heel veel moeite hebben met deze regeling. Ik begrijp echter uw tactiek wel. Daar gaat het immers over. U deelt nu snel 1,7 miljoen euro uit aan de clubs en als de clubs dan het jaar erop te horen krijgen dat ze dat geld niet meer zullen krijgen omdat de voetbalbond niet wil splitsen, zal er een soort interne opstand komen. Als dat de tactiek is, kunt u dat beter op tafel gooien. Nu denken de clubs immers, zoals de heer Deckmyn zegt, dat dit via de voetbalbond wordt geregeld, omdat het op de website staat. Iemand als de clubvoorzitter van Kruibeke, die ik toevallig goed ken, weet niet wie dat regelt.
U hebt dus een politiek probleem. Sommige mensen keuren dit, zoals het nu wordt uitgevoerd, niet goed en zullen via een motie laten weten dat ze daar niet blij mee zijn. Ik begrijp anderzijds uw tactiek. De vraag is alleen of die zal werken. U deelt ongeveer 70 miljoen frank uit. Dat is dus 400.000 of 800.000 frank per club die daaraan kan deelnemen. Er kunnen dus een aantal clubs aan deelnemen. Die zullen daardoor waarschijnlijk wel zin krijgen. Dan zullen ze de heer De Keersmaecker oproepen op te houden met onnozel doen en zullen ze vragen dat hij een statuut maakt, zoals dat is gebeurd met de basketbalbond en de volleybalbond, zodat ze wel kunnen deelnemen. Als dat uw tactiek is, dan zou ik dat open en bloot zeggen. Anders maakt u mensen binnen de meerderheid iets wijs.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: In deze commissie is al vaak gediscussieerd over de noodzaak de voetbalbond te betrekken bij het Vlaamse sportbeleid. Dat zou goed zijn voor de voetbalbond, het Vlaamse sportbeleid en voor iedereen die voetbalt in dit land, vooral dan voor de jeugdspelers.
Mijnheer Sauwens, bij de bespreking van het ontwerp van decreet met betrekking tot de sportfederaties hebt u sterk geijverd voor het opnemen van strenge maatregelen om de voetbalbond er zeer sterk toe aan te zetten - want we kunnen niet dwingen - mee te doen aan die Vlaamse beleidslogica, ook in het belang van die spelers. Dat is een moeizaam proces. U hebt dat zelf ook ervaren, denk ik. Het blijft moeizaam, maar er worden inspanningen gedaan. De vraag is hoe lang we wachten. Gaan we een systeem ontwerpen om toch inspanningen te doen voor die voetballers en clubs, voor de terreinen waarop word gespeeld of wat dan ook?
De heer Johan Sauwens: Wij hebben twee kritiekpunten. We zijn het ermee eens dat er geld moet komen voor het jeugdvoetbal in Vlaanderen en de kwaliteit van de jeugdopleiding, maar dan duidelijk in een systeem dat leidt tot het instappen van de KBVB. Dat gebeurt hier te weinig. Het is te vrijblijvend. Er is geen enkel engagement vanwege de KBVB. Herinnert u zich nog dat ik tijdens diezelfde bespreking ook heb gevraagd dat we de impulssubsidies voor alle federaties met een jaar zouden vervroegen? Dat kan niet. Daar is geen geld voor.
Minister Bert Anciaux: Dan gaat het over bijna 5 miljoen euro.
De heer Johan Sauwens: Men had dat stapsgewijs kunnen doen. Maar 1,7 miljoen euro is vijf keer meer dan de totaliteit van de facultatieve uitgaven voor jeugdsport in het decreet op de federaties.
Minister Bert Anciaux: Neen, dat is evenveel.
De heer Johan Sauwens: Ten tweede is er de weg van de vzw. We hebben onze kritiek daarop uitvoerig toegelicht.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: We moeten die discussie in alle openheid blijven voeren. We kunnen discussiëren over de tactiek om dat te bereiken. Men kan niet verlangen dat we omwille van de onwil van een paar bobo´s in een federatie een deel van het sportveld braak laten liggen. Neen, werken eraan, en de infrastructuur is een middel om daar toe te komen. Als men dat ook niet wil, als men geen stimulans wil die binnen twee jaar wordt ingeschreven in regulier beleid, wat duidelijk is gezegd, dan hebben we niets.
We moeten discussiëren over de structuren waarbinnen dat gebeurt, mijnheer Sauwens. Daar moet de minister finaal maar over oordelen. Hij heeft het voorgelegd aan de regering. Daar moet over kunnen worden gepraat. Ten gronde vind ik dat we concreet moeten aantonen dat Vlaanderen iets wil doen voor jonge voetballers en er alles aan doet om de Voetbalbond en het sportbeleid daarin mee te trekken. Dat is essentieel. Het gaat wat moeizaam en is op de rand van de regels, waar we de sportbond niet zomaar in krijgen. De vraag is of het de moeite waard is om die inspanningen te doen. Ik denk van wel.
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer Caron, zowel uit de vraagstelling van de heer Sauwens als de uiteenzettingen van de andere collega´s, blijkt dat iedereen in grote lijnen dezelfde bekommernis deelt. Iedereen beseft heel goed dat de minister in een heel moeilijk parket zit. Er is een heel groot speelveld. De vragen gaan over welke instrumenten we nodig hebben om dit te kunnen realiseren. We kennen de evolutie van het dossier met de oprichting van de vzw. Een vzw en de statuten ervan zijn niet onbelangrijk. Daar staat het maatschappelijke doel in geformuleerd. Ik heb daarstraks heel duidelijk gesteld dat ik uitga van de nobele doelstellingen van de minister. We stellen vast dat dat maatschappelijke doel door allerlei omstandigheden niet gehaald wordt en dat er geen draagvlak voor is. De minister zegt dat hij uit eerlijke schaamte vindt dat hij die mensen, van wie hij een engagement heeft gevraagd, toch moet inschakelen. Daar bestaat die spanning. Schakelen we die mensen in een commissie of een raad van wijzen in om advies te geven? Hebben we dan de structuur van die vzw, waarvan het maatschappelijke doel ondertussen achterhaald is, nog nodig? Daar bestaat voor een groot stuk de discussie in. Ik hoor hier velen pleiten om finaal de beoordeling door de administratie te laten gebeuren en de mensen te gebruiken voor ondersteuning of advisering. Daar is de vraagstelling over gegaan. We hebben wel begrip voor het opzet op zich, mijnheer Caron.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Geachte leden, ik heb de gewoonte om het parlement en de commissie ernstig te nemen. Ik doe dat ook wanneer ik aangevallen word, niet alleen wanneer ik bejubeld word. Er worden straffe woorden gebruikt. Als men zegt dat ik onwaarheden vertel, dan zegt men dat ik lieg. Men zegt dat ik de Sportraad afdreig. Dat is wel het laatste dat ik wil doen.
Er is inderdaad nog eens een advies gevraagd, nadat er een grondig advies is gevraagd over jeugdopleiding voetbal, waar men wel de tijd voor heeft gehad. Het klopt dat er een advies is gevraagd nadat het reglement reeds was verschenen. Dat doet geen afbreuk aan het feit dat de Sportraad al grondig heeft gepraat over het principe van het ondersteunen van jeugdvoetbal. Mijnheer Sauwens, ik ga ervan uit dat u het niet verzint dat dat bij sommige leden van de Sportraad is overgekomen als afdreigen. Dat is echter wel het laatste wat ik wil. Ik heb tot op heden altijd een correcte verhouding gehad met de Sportraad, en ik wil dat ook zo houden.
Ik herhaal mijn woorden, en ik denk niet dat ik hier heb staan liegen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het totaal van de middelen werd toegekend aan de vzw die middelen ter beschikking ging stellen, mensen ging aanwerven en dergelijke meer, op alle niveaus, tot op provinciaal en regionaal niveau. Het totaal van de middelen werd via de vzw verdeeld. Als ik zeg dat dat nu niet meer het geval is, dan is het duidelijk dat die middelen rechtstreeks vanuit de Vlaamse Gemeenschap betaald worden aan de club. Nogmaals, het bedrag van 1,625 miljoen euro wordt niet aan de vzw gegeven die het op haar beurt verdeelt. De beslissing wordt genomen door de minister, na advies, zowel zakelijk als inhoudelijk.
Het feit dat er op een korte periode dossiers binnenkomen die snel moeten worden behandeld, vereist dat dit op relatief korte periode grondig moet worden begeleid. Voor de eerste 1,7 miljoen euro hadden we het gevoel dat we dat noch aan het departement, noch aan het Bloso moesten geven. Eigenlijk zou ik dat structureel in Bloso moeten steken, waaraan ik ook hoe langer hoe meer mogelijkheid geef om het Sport voor Allen-beleid helemaal uit te werken. Het Bloso is zelf vragende partij om dat voor een eerste deel nog niet te doen, omdat de periode te kort is. Vanaf volgend jaar, 2008, wordt dat helemaal ingebed in Bloso en wordt erover via de Vlaamse trainersschool ook geadviseerd en beslist op voorstel van mijn administratie.
De vzw zou anderhalf voltijds equivalent aanwerven om de begeleiding en de opvolging te doen van die dossiers. Dat is iets heel anders dan beweren dat die leden van de raad van bestuur dat niet belangeloos en voor niets doen. Ik vind dat toch een zware beschuldiging. De leden van de raad van bestuur die ik heb gevraagd, doen dat belangeloos en voor niets. De 75.000 euro waarin we hadden voorzien, diende om twee mensen aan te werven, een voltijdse en een halftijdse, om de binnenkomende dossiers te onderzoeken. Heb ik daarover gelogen? Gaan die middelen, namelijk 1,625 miljoen euro, via de vzw? Ging het oorspronkelijk via de vzw? Dat is een groot verschil.
Er wordt hier beweerd dat de regering mij niet volgt en dat ik ook op dat punt onwaarheden vertel. Ik ben gevoelig voor dergelijke verwijten. Het oorspronkelijke dossier is tweemaal geagendeerd op de regering, eenmaal officieel en eenmaal als non-paper om erover te praten. Ik heb het zelf teruggetrokken nadat ik het gevoel had dat daar niet direct vooruitgang in kon worden geboekt. We hebben daar binnen de Vlaamse Regering eind september uitgebreid over gepraat. Toen zijn een aantal zaken genoteerd in een afsprakennota. Dat zijn de politieke afspraken die binnen de regering zijn gemaakt en waar de regering zich aan houdt. Die zijn terug te vinden in de afsprakennota van de Vlaamse Regering van 28 september en in die van 5 oktober 2007. In die laatste is een rechtzetting gebeurd. In de nota van 28 september stond dat het reglement voorafgaandelijk aan de Vlaamse Regering moest worden voorgelegd. Dat is op 5 oktober rechtgezet en nu staat er dat het reglement zal worden voorgelegd maar niet meer voorafgaandelijk. Die mededeling staat nu geagendeerd.
Dat we voor 2007 zouden werken met een subsidiëring tot maximaal 20.000 euro per club voor infrastructuur en voor 2008 met een maximum van 10.000 euro per club, in het kader van de kwaliteitsverbetering van de jeugdopleiding samen met Bloso en de Vlaamse trainerschool, is volledig besproken binnen de regering. Ik heb het fiat gekregen en ik vertel daarover dus geen onwaarheden. Ik kan alleen maar herhalen dat ik in dezen door de Vlaamse Regering wordt ondersteund. We hebben politiek afgesproken dat deze zaak bij de begrotingsopmaak 2009 opnieuw zal worden bekeken. Mijnheer Stassen, u maakte een samenvatting over hoe dit moet worden gecommuniceerd. Ik heb dat ook voor een groot stuk zo gedaan. Op het terrein is daar eigenlijk niet zo veel onduidelijkheid over.
Dan was er nog een opmerking over wantrouwen van de eigen administratie. U vergist zich. Ik heb geen wantrouwen tegenover mijn eigen administratie en ook niet tegenover Bloso. Ik kan met de mensen van het departement en Bloso op een zeer goede wijze rechtstreeks samenwerken. Ik heb ook helemaal niet de bedoeling om daar wantrouwig tegenover te staan. Het is alleen de realiteit dat de opvolging van het reglement op dit ogenblik het beste gebeurt via die 1,5 voltijds-equivalent die wordt aangeworven.
Tot slot zijn er insinuaties gemaakt ten opzichte van mijn broer. Ik zal hem met heel veel aandrang vragen om toch eens na te denken. Ik denk niet dat hij zelf graag wordt verweten iets incorrects te doen. Het is wel erg dat dit gebeurt tegenover iemand die zich vrijwillig wil inzetten zonder één euro vergoeding. De vergelijkingen die daarnet zijn gemaakt, waren niet allemaal van dezelfde aard. Ik heb er geen enkel probleem mee om tegen mijn broer te zeggen dat het beter is om dit niet te doen. We zullen een advocaat vragen?- die dan natuurlijk wordt betaald - om ons in het voetbaldossier verder te begeleiden. U moet weten dat we reeds een advocaat hebben aangeworven die mee de ondersteuning geeft van de KBVB om de overgang naar de nieuwe situatie, namelijk de oprichting van een Vlaamse liga, mogelijk te maken. Ik hoop daar snel resultaat van te krijgen.
Ik wil tot slot nog iets zeggen over de overheveling van de middelen. Ik heb dat uitdrukkelijk laten onderzoeken door het kabinet van minister Van Mechelen. Hij heeft me gezegd dat daar geen oplossing voor mogelijk was.
De voorzitter: Door de heer Sauwens en door de heer Deckmyn werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.
","verslagnognietbeschikbaar":true,"zittingsjaar":"2007-2008"}