{"datum":"2010-09-27T11:10:29+0200","debat":[],"disclaimer":"","gedachtewisseling":[],"id":600292,"link":[],"parlementair-initiatief":[],"spreker":[{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478259","id":2829,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2829?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Peumans","voornaam":"Jan"},"sprekertekst":"\r\n
Beste collegas, dames en heren ministers, beste medewerkers, geacht publiek. Ik hoop, collegas, dat u een ontspannende vakantie achter de rug hebt en klaar bent voor een ongetwijfeld boeiend nieuw werkjaar.
\r\n\r\nIn het voorjaar, in de maand maart, heb ik u, collegas, het Plenum, of het Actieplan van het Vlaams Parlement voor deze legislatuur voorgesteld. Dat leverde geanimeerde discussies op, vooral in de pers. Nu dit parlement al een volledig zittingsjaar van die legislatuur achter de rug heeft, is het tijd om te kijken hoe ver we staan en hoe we onze werking nog kunnen optimaliseren.
\r\n\r\nIk focus daarom in het eerste deel van deze toespraak op de drie belangrijkste themas die ik ook vorig jaar in mijn openingstoespraak te berde heb gebracht, namelijk de politieke werking, onze relatie met de Vlaamse Regering, en ten slotte de externe communicatie en onze publiekswerking. In het tweede deel van mijn toespraak ga ik dieper in op de actualiteit en de uitdagingen waar we voor staan.
\r\n\r\nIk heb vorig jaar benadrukt dat het Vlaams Parlement nog meer een speler met toegevoegde waarde in het Vlaamse politieke bedrijf moet worden en dat zoiets alleen kan door onze basisopdrachten op een nog meer zinvolle en ernstige wijze uit te oefenen. Die basisopdrachten zijn door de jaren heen geëvolueerd. Het parlement moet zich nu meer dan vroeger bezighouden met het bewaken van de kwaliteit van wat de regering aflevert aan decreetgevend werk. De basistaak van het parlement is nu duidelijk de uitvoerende macht te controleren en erop toe te zien dat de uitvoerende macht als een goede huisvader de centen beheert.
\r\n\r\nIk heb toen de hoop uitgesproken dat dit parlement veel meer dan tijdens de vorige legislatuur aandacht moet hebben voor diepgaande debatten en moet denken op lange termijn. Voor de dagelijkse werking van de parlementaire commissies betekent dat heel concreet dat die commissies zich veel minder zouden moeten bezighouden met detailkwesties, zoals nu vaak het geval is.
\r\n\r\nDe controle en het debat over de hoofdlijnen, dus voornamelijk het politieke debat, komen immers in het gedrang door de overdreven focus op details. Die trend zouden we moeten kunnen keren. Dat kan bijvoorbeeld door de vragen over de detailonderdelen van het beleid toe te voegen aan meer algemene thematische debatten of door die zaken te bundelen in de begrotingsbesprekingen.
\r\n\r\nWe zullen het debat over de evaluatie van de controlemiddelen dit najaar zeker voeren. Binnen enkele dagen verwacht ik van alle fracties hun opmerkingen en suggesties bij de huidige gang van zaken. Nadat onze administratie een eerste analyse gemaakt heeft, zullen we eerst binnen het Uitgebreid Bureau de discussie over de principes voeren. Nadien zal een en ander op muziek worden gezet in de Commissie voor Reglement en Samenwerking.
\r\n\r\nIk denk dat iedereen het er met mij over eens is dat het parlement efficiënter moet omspringen met de schaarse tijd. Daarom moet er ook gesleuteld worden aan de manier waarop de vergaderingen verlopen en moet er vooral op worden toegezien dat we tot diepgaande inhoudelijke parlementaire debatten komen. Dat betekent onder andere meer aandacht voor het langetermijndebat.
\r\n\r\nIk hoop dat we dit jaar op hetzelfde elan doorgaan en, om maar enkele voorbeelden op te sommen, dat dit parlement zal debatteren over de gevolgen voor onze samenleving van de actuele crisis in de Kerk, en dat dit parlement, nu de Oosterweelknoop ontward is, aandachtig zal toezien hoe dit Antwerpse én Vlaamse mobiliteitsdossier vordert er valt daarbij te denken aan een voortgangsrapportage. Ik hoop ook dat dit parlement, zoals vorig jaar met de Commissie ad hoc Hoger Onderwijs, mee zijn steentje zal bijdragen in het debat over de hervorming van het middelbaar onderwijs die op til is.
\r\n\r\nCollegas, naast meer aandacht voor diepgang en beleid, heb ik er vorig jaar voor gepleit om met ons parlement korter op de bal te spelen en bijgevolg snel op de actualiteit in te pikken. Ik denk dat we op dat punt vorig jaar, zeker in de plenaire vergaderingen, heel aardig op de goede weg waren. Ik hoop dat we dit jaar voortgaan op de ingeslagen weg.
\r\n\r\nVorig jaar heb ik geopperd dat er moet worden gezocht naar mogelijkheden om het parlement in een vroeger stadium bij de regelgeving te betrekken. Dat kan bijvoorbeeld door te werken met visienotas, witboeken en groenboeken. Het uiteindelijke doel is dat het Vlaams Parlement daardoor ook mee richting kan geven aan het beleid. Net voor het zomerreces heeft de heer Van Mechelen vanuit zijn vroegere ministeriële ervaring een mooie aanzet gegeven. Hij heeft een groenboek over het thema Onroerend Erfgoed bezorgd aan het parlement. Ook minister Bourgeois heeft naast zijn conceptnota over Onroerend Erfgoed zeer recent een groenboek over Interne Staatshervorming ter bespreking voorgelegd aan het Vlaams Parlement. Ik spoor de regering aan om in die richting voort te gaan. Minister Smet zou ook zijn inzichten over de hervorming van het secundair onderwijs na zijn studieronde op basis van zijn oriëntatienota in een visienota kunnen gieten en die officieel ter bespreking aan het parlement bezorgen. Minister Vandeurzen, die aangekondigd heeft dat hij tijdens deze legislatuur een kaderdecreet over kinderopvang zal voorbereiden, heeft zijn visienota daarover niet officieel ingediend, maar wel bezorgd aan de commissie en die nota is voor het zomerreces uitgebreid besproken in de commissie Welzijn. Dat is een goede zaak. Ik doe trouwens een oproep aan de parlementsleden om, in navolging van de heer Van Mechelen, via groenboeken hun ideeën te ventileren.
\r\n\r\nCollegas, ik blijf pleiten voor een nog meer offensieve commissiewerking. De commissies zijn de motor van het parlement. Hier moet ruimte zijn voor inhoudelijk onderbouwd debat. Hier moeten de dossiervreters zich kunnen uitleven. De commissies moeten zich meer profileren als agendasetters.
\r\n\r\nTot slot, wat de eigenlijke commissiewerking betreft, zijn het Uitgebreid Bureau en ikzelf ervan overtuigd dat we de rol en de betrokkenheid van het Vlaams Parlement bij het Europabeleid verder moeten intensifiëren. Nederland is een goed voorbeeld van hoe het beter kan.
\r\n\r\nOns land heeft dit najaar de eer om verschillende EU-ministerraden voor te zitten. Vlaanderen krijgt daardoor wellicht een uitgelezen kans om als regio en ik leg de nadruk op regio een belangrijke inbreng te hebben in de Europese besluitvorming. Onze Vlaamse ministers mogen ministerraden voorzitten: minister Schauvliege in verband met Milieu, minister Smet Jeugd, minister Muyters Sport en minister-president Peeters Visserij. Ik moedig onze vier betrokken ministers aan om resoluut gebruik te maken van die kans om hun stempel op het beleid te drukken.
\r\n\r\nMen klaagt er terecht overigens over dat er in ons parlement een gebrek aan interesse voor Europa bestaat. Het zou daarom goed zijn dat Europese dossiers in de vakcommissies op een systematische manier geagendeerd worden. Sommige vakcommissies doen dat overigens op dit ogenblik al. Het Vlaams Parlement moet het Europese beleid van de Vlaamse Regering immers beter volgen. De briefings van Europese ministerraden zijn een conditio sine qua non om de Europese werking te volgen in het Vlaams Parlement en het stemgedrag van Vlaanderen in de Europese ministerraden te controleren. Sommigen opperen zelfs dat het parlement de ministers vóór de EU-ministerraden moet kunnen ondervragen over wat ze precies gaan zeggen in die ministerraden. In Nederland is dat de regel. Het is een discussiepunt dat ik zeker ook tijdens het eerstkomende commissievoorzittersoverleg wil aankaarten.
\r\n\r\nIk wil u niet onthouden dat er begin oktober een EU-moment wordt georganiseerd in het Vlaams Parlement in verband met het thema Leefmilieu. Het is een eer voor ons dat we als regionaal parlement die vergadering met de nationale parlementen van de EU over het thema Leefmilieu mogen organiseren en voorzitten.
\r\n\r\nEen nauwere samenwerking tussen ons Parlementair Informatiecentrum, de Juridische dienst van het parlement, de Legistieke cel van het parlement en de paraparlementaire instellingen waarbij ik in de eerste plaats denk aan het Instituut Samenleving en Technologie (IST) kan een belangrijke inhoudelijke meerwaarde betekenen voor onze parlementaire werking. Die vorm van krachtenbundeling kan op maat gesneden informatie leveren aan de Vlaamse volksvertegenwoordigers en de commissies. Het samenstellen van informatiedossiers ten behoeve van de commissie men spreekt in dit geval van parlementair kennismanagement kan resulteren in een betere ondersteuning van de commissieactiviteiten en kan er dus voor zorgen dat de commissieleden beter toegerust zullen zijn om hun controletaak uit te oefenen.
\r\n\r\nCollegas, de verbetering van de kwaliteit van de decreetgeving, via de zogenaamde decreetsevaluatie of beter gezegd slimme decreetgeving, is een oud zeer. Ik zei het vorig jaar al. Men spreekt er immers al jaren over, maar we moeten vaststellen dat de kwaliteit van de Vlaamse decreten er zeker niet beter op wordt, integendeel. Iedereen is er zich van bewust dat reparatiewetgeving steeds meer de regel wordt. Hoeveel keren is bijvoorbeeld het Elektriciteitsdecreet in de voorbije 10 jaar gewijzigd? Ik dacht een achttiental keren. Hoe vaak heeft men het Gemeentedecreet al moeten repareren? Ik meen een keer of zes. Ik kan nog een aantal voorbeelden opsommen van slechte regelgeving, maar ik zal het hierbij houden. Verschillende pogingen om dat euvel te verhelpen hebben weinig opgeleverd. Hier staan we nog aan het begin.
\r\n\r\nEen andere aanpak van dit dossier is nodig. We moeten niet meteen te hoog grijpen, maar er moet wel wat beweging komen in dat dossier. Ik geef enkele aanzetten. Ik hoop dat er nu, op basis van het parlementair initiatief van het groenboek Onroerend Erfgoed in samenhang met de conceptnota van de minister over Onroerend Erfgoed, in de commissie Leefmilieu een diepgaand debat wordt gevoerd, dat eventueel kan leiden tot een bijsturing van het ontwerp van decreet. Laten we hopen dat ook de bespreking van het groenboek Interne Staatshervorming in de Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme tot slimme decreetgeving zal leiden. Dat zijn al enkele projecten die andere commissies ertoe kunnen aanzetten om soortgelijke oefeningen te maken. Ik doe een oproep tot de commissievoorzitters om ook dergelijke initiatieven te nemen.
\r\n\r\nCollegas, ik neem me voor, nu de commissies op kruissnelheid draaien, om het commissievoorzittersoverleg dit zittingsjaar verder te activeren om tot een nog betere afstemming en werking te komen. Hiermee sluit ik het thema commissiewerking af.
\r\n\r\nIk kom dan nu tot de relatie tussen het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering. De minister-president is nog niet aanwezig, maar hij is verontschuldigd en komt later. Leden van de regering, u weet ondertussen dat ik erop sta dat de regering het parlement als een volwaardige partner behandelt. Om duidelijke afspraken over de spelregels te maken, hebben we een structureel overleg in het leven geroepen.
\r\n\r\nWe hebben met de regering een aantal afspraken gemaakt over het concept en de structuur van de beleidsbrieven die de regering binnenkort zal indienen. Ik ga ervan uit dat er, zoals al meermaals is gevraagd, een degelijke afstemming zal zijn tussen de toelichting bij de begroting waar we vooral cijfers willen zien en de beleidsbrieven. De beleidsbrieven moeten duidelijke beleidsopties weergeven en een stand van zaken geven van de uitvoering van de decreten, het regeerakkoord, de beleidsnotas en de resoluties en moties van dit parlement. Minister-president en leden van de regering, ik hoop dat u met de eerste reeks beleidsbrieven van deze legislatuur die voor zover mogelijk gelijktijdig met de begroting bij dit parlement worden ingediend goede punten scoort. Ik hoop ook dat uw regering de nodige zorg aan de leesbaarheid van die beleidsbrieven en de begrotingen zal besteden.
\r\n\r\nEr is nu ook een duidelijke afspraak in de vorm van een protocol om de begrotingsdocumenten uiterlijk op 21 oktober in te dienen, zodat we iets meer tijd hebben om de begrotingswerkzaamheden in dit parlement te organiseren. Dat is een goede zaak.
\r\n\r\nOndertussen heeft de Vlaamse Regering op 10 september het zogenaamde Rekendecreet principieel goedgekeurd. Ik lees in het begeleidende persbericht van de regering dat een van de basisprincipes van het Rekendecreet is dat dit decreet een versterking is van de verantwoording en rapportering aan beleidsmakers en het Vlaams Parlement. Het persbericht stelt verder dat in overleg met het parlement de Vlaamse Regering ernaar streeft dit decreet nog in de loop van 2010 ter stemming voor te leggen in het parlement zodat de nodige uitvoeringsbesluiten tijdig kunnen worden opgemaakt. De begroting 2012 zal de eerste begroting zijn die volgens het nieuwe Rekendecreet zal worden opgesteld.
\r\n\r\nHet zou dus goed zijn dat er spoedig met de regering wordt overlegd over hoe men dat belangrijke ontwerp van decreet met het nodige respect voor het parlement op een diepgaande wijze in het parlement zal behandelen. Dat decreet versterkt immers ook het politieke primaat en de controle door het parlement.
\r\n\r\nMinister-president en leden van de regering, het blijft moeilijk om tot heldere afspraken te komen over de informatieverstrekking van de uitvoerende macht aan het parlement en de burger. Ik blijf het herhalen, collegas: Nederland is ook op dat vlak een lichtend voorbeeld.
\r\n\r\nHet Vlaams Parlement moet, nog meer dan tijdens de voorbije legislaturen het geval was, erop toezien dat de Vlaamse Regering ook uitvoering geeft aan de informatieplicht van de regering aan het parlement. Dat geldt dan vooral over de belangrijke dossiers waarmee de administratie van de Vlaamse overheid dagelijks bezig is. Ook de werking van de verzelfstandigde agentschappen zoals De Lijn en de VRT, om er enkele te noemen, mag niet worden vergeten.
\r\n\r\nWeliswaar heeft de Vlaamse Regering afgelopen woensdag eindelijk een beslissing genomen in het lang aanslepende Oosterweeldossier, maar de regering vond het blijkbaar niet nodig om onmiddellijk het parlement in kennis te stellen van de getroffen beslissingen. Het is betreurenswaardig dat de parlementsleden moeten afgaan op informatie in de pers en moeten gissen wat er juist is beslist. Ik pleit er daarom voor dat de regering een automatische reflex aankweekt om gelijktijdig met de media ook het parlement voluit te informeren over getroffen beslissingen.
\r\n\r\nEen actief informatiebeleid van de Vlaamse Regering kan het parlement immers helpen om zijn parlementaire controletaken onderbouwd uit te oefenen. En ik blijf erbij dat dit ook zal leiden tot een aanzienlijke vermindering van het aantal schriftelijke vragen, want dat zijn vaak louter vragen om informatie. De regering heeft zich al in de zomer van 2009 principieel bereid verklaard om toegang te geven tot haar databank met regeringsbeslissingen, in vaktermen de DORIS2-databank. Maar, minister-president, ondertussen zijn we een vol jaar verder en nog steeds is die toezegging niet in de praktijk gebracht. DORIS2 is nog steeds niet voor alle 124 parlementsleden toegankelijk. Waarom moet dat zo lang duren?
\r\n\r\nCollegas, ik ga over naar een volgend item, het Rekenhof. Ik herhaal dat het Rekenhof meer bij de parlementaire werking moet worden betrokken. De expertise die daar aanwezig is, moet worden gevalideerd ten voordele van de parlementaire controlefunctie.
\r\n\r\nHet voorbije jaar hadden we zeer goede contacten met het Rekenhof, dat nog meer dan in het verleden het parlement bijstaat en als waakhond optreedt. De afspraak is gemaakt dat er een betere afstemming met het parlement gebeurt. Wij worden nu tegelijkertijd met de regering op de hoogte gebracht van de audits die het Rekenhof wil opstarten. Het Rekenhof zal zijn werkzaamheden ook nog meer afstemmen op de verwachtingen en de agenda van het parlement. In de zomer heeft het Rekenhof ons zijn strategisch plan 2010-2014 voor de Vlaamse sector bezorgd. Het Vlaams Parlement neemt in dat strategisch plan een belangrijke plaats in. Het Rekenhof benadrukt dat het de bedoeling is dat de besluitvormers tot een grotere benuttiging van de Rekenhofrapporten komen.
\r\n\r\nWe zullen overigens samen met het Rekenhof, de Interne Audit van de Vlaamse Regering, het Instituut der Bedrijfsrevisoren en het Auditcomité een samenwerking opzetten die concreet zal uitmonden in de organisatie van een studiedag over de single audit. Die zal begin 2011 in dit parlement plaatsvinden.
\r\n\r\nIk rond dit eerste deel af met mijn derde en laatste aandachtspunt: de communicatie met de burger en onze publiekswerking.
\r\n\r\nOnze externe communicatie is enorm belangrijk. Meer dan in het verleden is de Vlaming op zoek naar informatie, ook over wat er in zijn parlement gebeurt. Een parlement dat er niet in slaagt om zich te verkopen of om de aandacht van de burgers en de media naar zich toe te trekken, bestaat gewoonweg niet. Daarom moet dit parlement resoluut inzetten op communicatie: in de eerste plaats communicatie over onze dagelijkse werking, maar ook over het parlement als instelling en over zijn relatie met de burger. Het parlement is immers de brug tussen de burger en de politiek.
\r\n\r\nMet het oog op de verbetering van de externe communicatie van het Vlaams Parlement werd er een extern onderzoek besteld over onze communicatiestrategie. Dat strategisch communicatieplan is ondertussen afgewerkt. Het plan zal het kompas zijn voor de ontwikkeling van de communicatie tijdens de volgende jaren. Het nieuwe logo, dat we op de 11 juliviering in het Brusselse stadhuis hebben voorgesteld, en de aangepaste huisstijl zullen tegen 2011 op alle communicatiedragers worden toegepast en dat kan onze herkenbaarheid enkel maar verhogen. Bovendien wil ik dat in 2011 meer en efficiënter wordt gecommuniceerd over onze werking in de commissies en in de plenaire vergadering. De inhoud van goedgekeurde decreten moet snel en begrijpelijk aan de buitenwereld worden gecommuniceerd. Dat zal onder andere gebeuren door onze website toegankelijker te maken, gesneden op maat van de gebruiker.
\r\n\r\nIn 2011 wil ik de prachtige Loketten en het eetcafé ruimer openstellen voor individuele bezoekers, voor bezoekersgroepen van volwassenen en kinderen. We plannen in 2011 literaire middagen en binnenkort, in het najaar van 2010, vindt de grote GAL-tentoonstelling plaats. In 2011 komen ook nog de Design Awards en een grote Raoul De Keyser-tentoonstelling aan bod. Ook boekvoorstellingen en evenementen van middenveldorganisaties, onder meer van Davidsfonds, Willemsfonds, Vermeylenfonds, Onthaal en Promotie Brussel (OPB), moeten in ons parlement kunnen plaatsvinden. Het eetcafé staat open voor iedereen. We werken ondertussen samen met het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing ( VLAM) om in het eetcafé typisch Vlaamse streekproducten te promoten en te serveren. Een en ander moet nu in de komende maanden handen en voeten krijgen zodat de middelen die we daaraan hebben besteed, ook gaan renderen.
\r\n\r\nDames en heren, ik kom nu tot het slot van mijn toespraak en tot de actualiteit. Daarover heb ik een tweevoudige boodschap. Ten eerste: we moeten ons voorbereiden op een grote staatshervorming. Alhoewel de federale formatie of beter gezegd: de preformatie! een werk van lange adem blijft en wellicht een zeer moeilijke bevalling wordt, is het duidelijk dat we ons nu het beste kunnen klaarmaken om de omvangrijke overheveling van bevoegdheden die gepaard gaat met een structurele herziening van de mechanismen van de Financieringswet, in goede banen te leiden. De copernicaanse omwenteling of revolutie, daar is discussie over is immers niet meer tegen te houden: de deelstaatparlementen zullen uiteindelijk over veel meer beleidsruimte beschikken dan het federale niveau. Dat vergt ook een aanpassing van werken in dit parlement. Niet alleen moeten er een aantal nieuwe commissies worden opgericht. Ik denk dan ook, zoals al aangegeven in mijn beleidsplan, aan een opvolgingscommissie Staatshervorming om met de vinger aan de pols de copernicaanse omwenteling van nabij te volgen. Maar ook de administraties van de uitvoerende macht en onze eigen administratie moeten worden versterkt om deze extra bevoegdheden ordentelijk te organiseren. Dat wordt een boeiende uitdaging wanneer de federale formatie eenmaal echt in de steigers staat.
\r\n\r\nMijn tweede boodschap luidt dat dit parlement voor een belangrijke financiële uitdaging staat. We moeten de komende jaren blijkbaar een forse besparing verwezenlijken om tegen 2015 opnieuw tot de middenmoot van de Europese klas te behoren. Ook Vlaanderen moet hier een belangrijke inspanning leveren en de tering naar de nering zetten. Niet alleen de regering maar ook dit parlement heeft hier een inbreng om mee de politieke keuzes te maken die bepalen in welke richting Vlaanderen zal evolueren.
\r\n\r\nBeste collegas, ik hoop, of liever: ik reken, op een Vlaams Parlement dat ook dit komende zittingsjaar levendig en gedreven zal functioneren. Hierin is zowel voor de leden van de meerderheid als voor de leden van de oppositie een belangrijke rol weggelegd. Kies voor een fulltime parlementair mandaat. Een lokale verankering is belangrijk en noodzakelijk, maar mag geen excuus of alibi zijn om enkel op woensdagnamiddag bij de stemmingen in plenaire vergadering in dit parlement aanwezig te zijn.
\r\n\r\nDames en heren, een dynamisch parlement kan niet zonder een dynamische administratie. Als er de voorbije periode voorstellen werden geformuleerd of aanzetten werden gegeven om de werking van dit parlement te verbeteren, dan is dat in niet geringe mate te danken aan de professionele ondersteuning vanwege het Algemeen Secretariaat. Ik wil de secretaris-generaal en haar medewerkers daarom ook van harte danken voor hun dagelijkse inzet.
\r\n\r\nMinister-president, welkom in het parlement. Ik ben aan mijn slotzin bezig.
\r\n\r\nIk reken op uw constructieve bijdrage om in het komende zittingsjaar degelijk werk te verrichten, in een sterk Vlaams Parlement, ten voordele van de Vlaamse burger, voor een nog krachtdadiger Vlaanderen. Ik dank u. (Applaus)
\r\n\r\nHet applaus van de minister-president is natuurlijk hartversterkend.
\r\n\r\nMag ik u er nog attent op maken dat om 12 uur in de Loketten de presentatie plaatsheeft van de catalogus van 75 kunstwerken? Die catalogus is trouwens het werk van commissiesecretaris Wilfried Van Vinckenroye. U hebt daar allemaal een uitnodiging voor ontvangen.
\r\n\r\nU bent daar allemaal van harte welkom. Dat is dan meteen ook de receptie voor de opening van het nieuwe parlementaire jaar.
\r\n\r\n\r\n\r\n","sprekertitel":"De voorzitter"}],"titel":"Toespraak van de voorzitter","titel-samenstelling":"N","vergadering":{"agenda-gewijzigd":"N","agenda-versie":"1","besloten-vergadering":false,"commissie":[],"datumagendering":"2010-09-27T11:00:00+0200","datumbegin":"2010-09-27T11:05:00+0200","datumeinde":"2010-09-27T11:30:00+0200","id":600059,"laatste-wijziging":"2010-09-21T11:42:01+0200","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059/agd?aanpassingen=nee","rel":"agenda","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059?aanpassingen=nee&idPrsHighlight=0","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059/hand?idPrsHighlight=0","rel":"handelingen","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"plenairehandelingen":{"isvoorlopigeversie":false,"link":[],"pdffilewebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=241006"},"status":"afgelopen","subtype":"Plenaire vergadering","type":"Plenair","uses-beknopt-verslag":false,"uses-webhandelingen":true,"vergadering-met-verslag":true,"vergaderingnummer":"1","voorlopig-verslag":false,"voorzitter":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478393","id":1869,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1869?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Sauwens","voornaam":"Johan"}},"verzoekschrift":[],"volgende-journaallijn":{"datum":"2010-09-27T11:31:07+0200","debat":[],"gedachtewisseling":[],"id":600303,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/jln/600303","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"parlementair-initiatief":[],"titel":"Regeling van de werkzaamheden","titel-samenstelling":"N","vergadering":{"agenda-gewijzigd":"N","agenda-versie":"1","besloten-vergadering":false,"commissie":[],"datumagendering":"2010-09-27T11:00:00+0200","datumbegin":"2010-09-27T11:05:00+0200","datumeinde":"2010-09-27T11:30:00+0200","id":600059,"laatste-wijziging":"2010-09-21T11:42:01+0200","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059/agd?aanpassingen=nee","rel":"agenda","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059?aanpassingen=nee&idPrsHighlight=0","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059/hand?idPrsHighlight=0","rel":"handelingen","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"plenairehandelingen":{"isvoorlopigeversie":false,"link":[],"pdffilewebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=241006"},"status":"afgelopen","subtype":"Plenaire vergadering","type":"Plenair","uses-beknopt-verslag":false,"uses-webhandelingen":true,"vergadering-met-verslag":true,"vergaderingnummer":"1","voorlopig-verslag":false,"voorzitter":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478393","id":1869,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1869?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Sauwens","voornaam":"Johan"}},"verzoekschrift":[],"vrageninterpellatie":[]},"vorige-journaallijn":{"datum":"2010-09-27T11:09:54+0200","debat":[],"gedachtewisseling":[],"id":600289,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/jln/600289","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"parlementair-initiatief":[],"titel":"Boodschappen","titel-samenstelling":"N","vergadering":{"agenda-gewijzigd":"N","agenda-versie":"1","besloten-vergadering":false,"commissie":[],"datumagendering":"2010-09-27T11:00:00+0200","datumbegin":"2010-09-27T11:05:00+0200","datumeinde":"2010-09-27T11:30:00+0200","id":600059,"laatste-wijziging":"2010-09-21T11:42:01+0200","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059/agd?aanpassingen=nee","rel":"agenda","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059?aanpassingen=nee&idPrsHighlight=0","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/600059/hand?idPrsHighlight=0","rel":"handelingen","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"plenairehandelingen":{"isvoorlopigeversie":false,"link":[],"pdffilewebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=241006"},"status":"afgelopen","subtype":"Plenaire vergadering","type":"Plenair","uses-beknopt-verslag":false,"uses-webhandelingen":true,"vergadering-met-verslag":true,"vergaderingnummer":"1","voorlopig-verslag":false,"voorzitter":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478393","id":1869,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/1869?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Sauwens","voornaam":"Johan"}},"verzoekschrift":[],"vrageninterpellatie":[]},"vrageninterpellatie":[]}