{"datum":"2016-03-08T13:33:06+0100","debat":[],"disclaimer":"","gedachtewisseling":[],"id":1043594,"link":[],"parlementair-initiatief":[],"spreker":[{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"},"sprekertekst":"
De heer Kennes heeft het woord.
","sprekertitel":"De voorzitter","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478611","id":3350,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/3350?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Kennes","voornaam":"Ward"},"sprekertekst":"Voorzitter, minister-president, dames en heren, als voorzitter van de Conferentie Kempense Burgemeesters heb ik afgelopen weekend van heel wat collega’s gehoord dat hun secretarissen en medewerkers heel ongelukkig zijn over de berichtgeving die op dit moment in Vlaanderen de ronde doet over de wijze waarop gemeentebesturen zouden omgaan met de openbaarheid van bestuur. Dat gevoel is veroorzaakt door de weergave van de krant Het Nieuwsblad van de resultaten van een enquête bij de schepencolleges eind vorig jaar.
\r\nWe kennen het decreet: het is een goed en duidelijk decreet. Het bepaalt wat de gemeenten en andere openbare besturen moeten doen. Ze zijn verplicht om aan ieder natuurlijk persoon, rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de gewenste bestuursdocumenten openbaar te maken door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen. Het decreet bepaalt tevens dat aanvragen tot inzage kunnen worden afgewezen als de aanvraag kennelijk onredelijk is, te algemeen geformuleerd is of als ze betrekking heeft op bestuursdocumenten die niet af of onvolledig zijn. Daarnaast kunnen aanvragen afgewezen worden als de openbaarmaking bijvoorbeeld afbreuk zou doen aan een geheimhoudingsverplichting of aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
\r\nVerder wordt bepaald dat de aanvraag duidelijk moet vermelden over welke aangelegenheid het gaat en dat ook de naam en het correspondentieadres van de aanvrager moet worden vermeld. Op dit vlak is er een test gebeurd. Er werd een naam gebruikt, niemand wist of het om een echte persoon ging of een grappenmaker of wat de bedoeling precies was. Ik ken het voorbeeld van ‘S. Telen’. Dat kon net zo goed ‘R. Oven’ geweest zijn of ‘D. Ief.’ De betrokkene heeft verder niet verduidelijkt wie hij was of wat zijn bedoeling was. Niemand wist of het om een natuurlijk persoon ging of om een flauwe grappenmaker.
\r\nIndien de aanvraag geweigerd zou worden, kan de aanvrager tegen die weigering beroep aantekenen bij de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Van deze mogelijkheid werd geen gebruik gemaakt. Het zou nochtans interessant zijn om te zien of iemand die niet tevreden is met de behandeling van zijn aanvraag, de beroepsinstantie zou inschakelen en welke uitspraak deze dan doet. Dan zou er een officieel oordeel zijn of er correct of niet correct gehandeld is. In dit geval heeft een journalist zich die bevoegdheid toegekend en zich in de plaats gesteld van de beroepsinstantie.
\r\nOpenbaarheid van bestuur is een belangrijk gegeven. Daar is iedereen hier het mee eens. Wie met politiek en bestuur bezig is, is het daarmee eens. Dat is niet het punt. Overheden dienen transparantie aan de dag te leggen over hun werking en, indien daartoe gevraagd, de nodige informatie ter beschikking te stellen.
\r\nDe krant heeft de indruk gegeven dat in Vlaanderen veel gemeentebesturen het moeilijk hebben met dat principe. Dan rijzen er toch wel wat vragen. Ik vind dat er weinig omzichtigheid aan de dag gelegd is met de conclusies. Is het daadwerkelijk zo dat de gestelde vragen aan alle criteria voldeden? Ik heb verwezen naar de naam van de betrokkene: was het een echte persoon of een fictieve naam? Is het werkelijk zo dat de weigeringen tot openbaarmaking gebaseerd waren op onwettige criteria? Ik heb daarover heel weinig gelezen. Bij mijn weten heeft de beroepsinstantie zich daar niet over uitgesproken.
\r\nIs het werkelijk zo dat de beroepsinstantie een andere beslissing genomen zou hebben dan de betrokken gemeenten? Kunnen we van iemand die een aanvraag tot openbaarheid geweigerd ziet, verwachten dat hij zich in eerste instantie tot de beroepscommissie wendt? Dat is wat het decreet heeft bepaald.
\r\nBlijkbaar, minister-president, vond u het nodig om de lokale besturen naar aanleiding van dit onderzoek op de vingers te tikken. Let wel, een gemeentebestuur kan of mag zich niet onttrekken aan de regels inzake openbaarheid van bestuur. Het is goed dat u die bezorgdheid geuit hebt, maar het is vooral belangrijk om na te gaan wat er precies is gebeurd, of alle regels zijn gerespecteerd, of de beroepsinstantie tot eenzelfde conclusie zou zijn gekomen. Elk bestuur moet ertoe worden aangezet om die regels na te leven.
\r\nDe beroepscommissie gaf een interessant oordeel in een zaak van de gemeente Affligem. De commissie oordeelde dat een beroep ongegrond was inzake het uitzuiveren van elementen die moesten worden zwartgemaakt in het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ik citeer uit het besluit van de commissie: “Overwegende immers dat in de notulen van een schepencollege een hele lijst aan onderwerpen aan bod komt: individuele stedenbouwkundige dossiers, individuele milieuvergunningen, beslissingen i.v.m. onroerende eigendommen van particulieren, individuele personeelsdossiers van ambtenaren, administratieve sancties, allerhande sociale toelagen aan particulieren, examenuitslagen, inschrijvingen en schrappingen uit bevolkingsregister …, en dat zij werkelijk doorweven zijn van informatie en vermeldingen die behoren tot de persoonlijke levenssfeer van een natuurlijk persoon; dat de gemeentelijke administratie voor de opgevraagde notulen zou moeten nagaan in hoeverre bepaalde delen van de notulen niet openbaar kunnen gemaakt, omwille van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; dat deze stukken dan telkens onleesbaar moeten worden gemaakt, alvorens een afschrift kan worden verleend aan verzoeker; dat dit een vrij zware administratieve taak is voor een bestuursinstantie, die trouwens als resultaat zou opleveren dat er nauwelijks nog leesbare stukken overblijven in de notulen; Overwegende dat het 'uitzuiveren' van de notulen (meer dan 20 bladzijden per vergadering) van de daarin voorkomende persoonsgegevens in casu geen zin heeft en dat de openbaarmaking van de opgevraagde notulen dan ook moet worden afgewezen, verwijzende naar de toepassing van artikel 13, 2° van het openbaarheidsdecreet en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een hele reeks natuurlijke personen; Overwegende dat het ingestelde beroep, wat dit onderdeel betreft (de notulen van de schepencolleges), dan ook als ongegrond moet worden beschouwd.”
\r\nIk denk dat de beroepsinstantie deze materie behoorlijk goed in de vingers heeft, en in soortgelijke dossiers al uitspraken heeft gedaan. Het is erg belangrijk om in de evaluaties van de acties van gemeentebesturen zulke zaken mee te nemen, zowel door de politiek en de toezichthoudende overheid als door de media.
Minister-president, hebt u naast de resultaten van het onderzoek van Het Nieuwsblad, andere indicaties dat bestuursinstanties, inzonderheid de lokale besturen, de bepalingen van de openbaarheidsregeling niet zouden naleven? Zo ja, welke initiatieven werden genomen om dat bij te sturen?
Kunt u aangeven in welke mate beslissingen van bestuursinstanties, inzonderheid van lokale besturen, tot weigering van aanvragen tot openbaarheid aanleiding hebben gegeven tot een omkering van die beslissing door de beroepsinstantie?
","sprekertitel":"Ward Kennes (CD&V)","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"},"sprekertekst":"Minister-president Bourgeois heeft het woord.
","sprekertitel":"De voorzitter","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478422","id":2787,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2787?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Bourgeois","voornaam":"Geert"},"sprekertekst":"U zegt dat ik het nodig vond om een tik uit te delen. ‘Een tik uitdelen’ is het commentaar van de krant dat u overneemt, ik laat dat voor uw rekening.
Ik geef u het antwoord dat ik aan Het Nieuwsblad gegeven heb. Ik heb min of meer gezegd wat het decreet inhoudt, namelijk de verplichting voor het openbaar bestuur en het recht van de burger met een aantal uitzonderingen. Ik citeer: “De openbaarheid van bestuur is een verplichting voor élk bestuur en het recht van élke burger. (…) De notulen van het gemeentebestuur zijn documenten die principieel openbaar zijn.”
Er zijn uiteraard een aantal decretale uitzonderingen, bijvoorbeeld als het gaat om individuele dossiers die raken aan de privacy of een zakengeheim, maar een gemeentebestuur kan zich niet onttrekken aan de regels van openbaar bestuur. Bij weigering of bij gebrek aan een tijdig antwoord kan er beroep worden aangetekend bij de Vlaamse beroepsinstantie, dienst Kanselarij en Bestuur. Dat was mijn antwoord.
Het decreet dateert van 26 maart 2004. Het stipuleert het algemeen principe dat elk bestuursdocument principieel in aanmerking komt voor openbaarmaking als daarom wordt verzocht en behoudens de toepassing van een van de uitzonderingsgronden in het decreet opgesomd.
Ik heb verder ook nog benadrukt dat burgers die geen antwoord of geen tijdig antwoord of een weigering krijgen, beroep kunnen instellen bij de Vlaamse beroepsinstantie. Dat is een onafhankelijke beroepscommissie die ingesteld is door het Openbaarheidsdecreet zelf.
Wat de grond van de zaak betreft, kunnen we enkel gissen naar de werkelijke redenen waarom 197 van de 308 gemeenten niet, of niet tijdig, gereageerd hebben op het verzoek. Het persartikel vermeldt weliswaar de reactie die vertegenwoordigers van sommige steden of gemeenten aan de redactie van de krant hebben gegeven, maar het is niet duidelijk in hoeverre die representatief zijn voor alle gemeenten die in gebreke zijn gebleven. Het zou kunnen dat een aantal steden en gemeenten – weliswaar onterecht – niet of niet tijdig, of eerder afwijzend, gereageerd hebben op het geformuleerde openbaarheidsverzoek, wegens vormelijke redenen. In het verzoek was met betrekking tot de gegevens van de verzoeker immers geen fysiek correspondentieadres kenbaar gemaakt, maar enkel zijn familienaam, het initiaal van een voornaam, en een e-mailadres.
Mijn administratie heeft mij gesignaleerd dat, uit informatie die zij ingewonnen heeft bij de beroepsinstantie, gebleken is dat deze laatste in de maand februari door een tiental gemeentebesturen gecontacteerd is om te informeren of een dergelijk openbaarheidsverzoek wel degelijk voldeed aan de criteria. Het antwoord luidde dat dat inderdaad het geval was. Dat blijkt ook uit twee concrete beslissingen van de beroepsinstantie. Alle beslissingen van de beroepsinstantie zijn overigens publiek raadpleegbaar op de website.
In dit geval gaat het over de dossiers 2015/170 en 2015/207. Voor het dossier 2015/207 heeft de beroepsinstantie heel duidelijk besloten dat het gemeentebestuur ten onrechte had geoordeeld dat een openbaarheidsverzoek onontvankelijk was omdat het geen correspondentieadres bevatte. Opdat een verzoek ontvankelijk zou zijn, volstaat het dat de naam van de verzoeker gekend is, met daaraan gekoppeld een e-mailadres. Artikel 17 van het Openbaarheidsdecreet schrijft immers voor dat een openbaarheidsverzoek ook per e-mail kan worden ingediend. Ook in de memorie van toelichting bij het decreet wordt benadrukt dat het volstaat dat de identiteit van de verzoeker kenbaar wordt gemaakt via het meedelen van zijn e-mailadres.
Het is wel vereist dat het verzoek tot openbaarheid de naam van de aanvrager vermeldt en in het dossier 2015/170 heeft de beroepsinstantie in haar uitspraak benadrukt dat artikel 17, paragraaf 1, van het Openbaarheidsdecreet heel duidelijk het bekendmaken van de naam van de aanvrager vermeldt als een ontvankelijkheidsvoorwaarde. Een loutere vermelding van een algemeen onpersoonlijk mailadres zonder bekendmaking van een naam volstaat niet. Maar in dit concreet geval is de conclusie van mijn administratie dat het openbaarheidsverzoek vanuit de redactie van Het Nieuwsblad helemaal voldeed aan de formele criteria, zoals voorgeschreven door het Openbaarheidsdecreet.
Ik sluit echter niet uit dat een aantal gemeentebesturen er verkeerdelijk van zijn uitgegaan dat het ingediende openbaarheidsverzoek niet voldeed aan de formele ontvankelijkheidsvereisten waardoor die besturen het openbaarheidsverzoek niet meer inhoudelijk zullen hebben beoordeeld. Het artikel vermeldt ook de reactie van enkele steden of gemeenten die de aanvraag wel ontvankelijk hebben beoordeeld, maar toch afgewezen hebben op grond van de argumentatie dat het praktisch niet haalbaar is om het gevraagde verslag van het schepencollege te ontdoen van de gegevens die vervat zijn in de decretale uitzonderingsgronden, bijvoorbeeld met betrekking tot de persoonlijke levenssfeer of vertrouwelijke informatie.
In dat verband kan ik opnieuw verwijzen naar een eerdere uitspraak van de beroepsinstantie. De zaak Affligem, waarnaar u verwijst, is mij niet bekend. Wat is het nummer daarvan? Het dossier waar ik naar verwijs, is 2015/82.
","sprekertitel":"Minister-president Geert Bourgeois","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478611","id":3350,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/3350?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Kennes","voornaam":"Ward"},"sprekertekst":"Het nummer is 2013/90.
","sprekertitel":"Ward Kennes (CD&V)","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478422","id":2787,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2787?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Bourgeois","voornaam":"Geert"},"sprekertekst":"In het dossier 2015/82 oordeelde zij dat de openbaarmaking van verslagen van schepencolleges wel degelijk moest worden toegestaan, weliswaar mits de weglating van bepaalde informatie op grond van de toepassing van de decretaal bepaalde uitzonderingsgronden. Louis Tobback zegt: ik kan er geen personeel op inzetten. Maar zo is het decreet. Het decreet moet worden nageleefd, het is een verplichting van een openbaar bestuur, het is een recht van een individuele burger. Zoals u weet, gaat de Vlaamse overheid daar nog verder in door ook alle nota’s meteen actief openbaar te maken. Ik vind dat moderne gemeentebesturen daar ook moeten aan meewerken. Maar we weten dat Louis Tobback het ongeveer oneens is met alle decreten, ook deze die zijn partij met heel veel zin heeft goedgekeurd, dus laat ons geen rekening houden met die verzuurde reactie.
Op uw vraag of het werkelijk zo is dat de beroepsinstantie een andere beslissing zou hebben genomen, moet ik natuurlijk het antwoord schuldig blijven. Het gaat hier om een neutrale, onafhankelijke beroepscommissie die enkel uitspraken doet over concreet ingediende beroepschriften. Ik moet vaststellen dat er bij de beroepsinstantie geen enkel beroep is ingesteld aangaande dit openbaarheidsverzoek. Het is dus bijgevolg niet mogelijk om het standpunt van de beroepsinstantie te kennen.
Maar als ik een eigen veronderstelling mag maken: op basis van de uitspraken van de beroepsinstantie in het verleden in andere beroepsdossiers die ik al vermeld heb, kunnen we redelijkerwijze aannemen dat de beroepsinstantie, tenzij er zeer specifieke redenen zouden zijn die ons nu niet bekend zijn, een volledige afwijzing van het openbaarheidsverzoek ongegrond zou verklaren, en de gemeente wellicht zou opdragen om het verslag van het college gedeeltelijk openbaar te maken, waarbij vertrouwelijke of gevoelige informatie onleesbaar zou worden gemaakt, verwijzend naar de toepassing van een van de decretale uitzonderingsgronden.
Ik kom tot uw twee concrete vragen. Ik heb al gezegd dat alles openbaar wordt gemaakt. Het jaarverslag van de beroepsinstantie is ook openbaar gemaakt. De jaarverslagen zijn gepubliceerd. Uit de verslagen die u kent, blijkt dat de betrokken bestuursinstanties maar ongeveer 6 procent van alle geregistreerde openbaarheidsverzoeken weigeren. Dat is een laag percentage. Ik moet hier wel bij preciseren dat het cijfermateriaal dat de beroepsinstantie daarvoor jaarlijks verzamelt, betrekking heeft op de diverse beleidsdomeinen binnen de Vlaamse overheid, de ministeriële kabinetten, de verschillende provincies, en slechts op een beperkte maar weloverwogen selectie van steden en gemeenten, vijftien om precies te zijn, en elk jaar dezelfde. Ik had gevraagd om er wat uitleg bij te krijgen waarom de beroepsinstantie elk jaar rapporteert over dezelfde vijftien steden en gemeenten. Ik weet niet of daar een reden voor is. Misschien geeft dat niet echt een juist beeld. Ik neem aan dat dat een selectie is die men een keer gemaakt heeft. Maar waarom het elk jaar dezelfde zijn, is mij niet duidelijk op dit ogenblik. Ik zal dit nog eens laten navragen.
Maar als we dan specifiek kijken naar de cijfers van die vijftien steden en gemeenten, dan stellen we vast dat voor het werkjaar 2014-2015 8 procent van de geregistreerde openbaarheidsverzoeken geweigerd werd. Dat is dus een klein beetje meer dan het totaal voor alle beroepsinstanties, namelijk 6 procent. Voor die steden en gemeenten is dat 2 procent meer. Ook daar is het nog een zeer laag percentage, wat dus absoluut afwijkt van de resultaten van de bevraging door Het Nieuwsblad, namelijk 197 op 308 gemeenten. Daar zit je met een percentage van 64 procent.
De beroepsinstantie stelt jaar na jaar vast dat het Openbaarheidsdecreet zeer goed wordt opgevolgd door de verschillende bestuursinstanties, met inbegrip van de lokale besturen, en dat het aantal weigeringen van openbaarheidsverzoeken zeer laag lijkt. Dat blijkt trouwens ook uit een evaluatierapport van 2009. Ook daarin was er al sprake van een laag weigeringspercentage, namelijk 8 procent, bij de lokale besturen wat betreft de passieve openbaarheidsverzoeken. Toen ging dat over een bevraging van 120 steden en gemeenten, wat toch representatiever is.
Het antwoord op uw tweede vraag kunt u ook vinden in het jaarverslag. In het werkjaar 2014-2015 heeft de beroepsinstantie 240 beroepsdossiers behandeld. Daarvan werd in 49 procent van de beroepen geheel of gedeeltelijk tegemoetgekomen aan het verzoek van de beroepsindiener. De helft van de beroepen is er dus geheel of gedeeltelijk op ingegaan, bij de andere helft is het beroep niet ingewilligd. Van die 240 in 2014-2015 hadden er 130 betrekking op lokale besturen: gemeenten, OCMW’s en intercommunales. Van die 130 zijn er 60 dossiers – 46 procent – waarvan het beroep integraal is afgewezen door de beroepsinstantie. Bij de overige 70 dossiers is het beroep ingewilligd, geheel of gedeeltelijk. Bij 54 procent van de beroepsdossiers met betrekking tot lokale besturen heeft de beslissing van de beroepsinstantie ertoe geleid dat de initiële beslissing van het college geheel of gedeeltelijk werd herzien.
","sprekertitel":"Minister-president Geert Bourgeois","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"},"sprekertekst":"De heer Kennes heeft het woord.
","sprekertitel":"De voorzitter","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478611","id":3350,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/3350?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Kennes","voornaam":"Ward"},"sprekertekst":"Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord en de verduidelijking van uw reactie op Het Nieuwsblad en vooral voor uw stelling dat de beroepsinstantie op basis van haar kennis van het bestuursterrein in Vlaanderen en de problematiek van de openbaarheid van bestuur reeds tot de vaststelling is gekomen dat het decreet globaal in Vlaanderen zeer goed wordt opgevolgd. Dat was mijn grootste punt. De beeldvorming die nu is ontstaan, staat eigenlijk in schril contrast met de ervaring die de afgelopen jaren op het terrein is opgebouwd en ook met wat volgens mij de ervaring is van de beroepsinstantie, het toezichthoudend bestuur en iedereen die bezig is met die materie.
\r\nIk wil herhalen dat er af en toe vragen kunnen worden gesteld bij de identiteit. Men gaat daar heel licht overheen. Een naam volstaat, maar of daarachter een echte of een fictieve persoon schuilgaat, laat men soms in het midden. Iedereen die een schuilnaam gebruikt, zou de administraties dan heel zwaar aan het werk kunnen zetten, door hen tientallen pagina’s te laten nalezen. Ik heb daarstraks gelezen wat er allemaal moet worden geschrapt uit die notulen. Dat is gigantisch veel.
\r\nAls het over natuurlijke personen gaat waarvan men weet wie het is, kan er geen enkele discussie over bestaan. Het is heel goed dat alles via mail gebeurt. Het is perfect dat het via mail kan en dat het niet via brief moet. Maar als er geen enkele bevestiging komt dat het om een echte natuurlijke rechtspersoon gaat die terug te vinden is in het Rijksregister of het Staatsblad en men gegronde redenen heeft om te twijfelen aan het bestaan van de persoon, dan begrijp ik dat een aantal besturen zich de vraag stellen of ze zoveel uren moeten steken in het doornemen van documenten. Globaal gezien ben ik erg tevreden met het antwoord en vooral met de bevestiging dat de lokale besturen in Vlaanderen doorgaans zeer goed omgaan met het decreet en de noodzakelijke openbaarheid en transparantie.
\r\n","sprekertitel":"Ward Kennes (CD&V)","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"},"sprekertekst":"Minister-president Bourgeois heeft het woord.
","sprekertitel":"De voorzitter","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478422","id":2787,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2787?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Bourgeois","voornaam":"Geert"},"sprekertekst":"Mijnheer Kennes, ik zal u misschien verrassen. Ik heb u gezegd wat de uitspraak is van de beroepsinstantie op basis van het decreet en op basis van de memorie van toelichting, die zegt dat een e-mailadres volstaat. Ik heb het gevoel dat je je daarbij vragen kunt stellen.
Het is logisch dat je, wanneer je een vraag krijgt, minstens het adres hebt, niet alleen het e-mailadres, maar ook het fysieke adres. Maar dan moet het decreet worden veranderd. Uit het decreet blijkt uitdrukkelijk dat dit volstaat. Ik ken er niets van, maar af en toe hoor je wel eens dat iemand met een volkomen fictief e-mailadres zaken opvraagt. Misschien moet het parlement er eens over nadenken of dat, zonder afbreuk te doen aan de principes van openbaarheid – want het is een recht –, iets meer kan worden gespecificeerd. Ik kan me inbeelden dat je toch wilt weten wie de persoon is die onder initiaal.familienaam mailt en waar die persoon woont. Maar dan nog. Zelfs al is het iemand uit een ander landsdeel of een andere gemeente of iemand die er niets mee te maken heeft, openbaarheid is openbaarheid. Misschien kan dat eventueel iets meer worden gespecificeerd. Het staat uitdrukkelijk zo in de memorie van toelichting.
","sprekertitel":"Minister-president Geert Bourgeois","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"},"sprekertekst":"De heer Kennes heeft het woord.
","sprekertitel":"De voorzitter","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478611","id":3350,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/3350?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Kennes","voornaam":"Ward"},"sprekertekst":"Minister-president, ik heb de indruk dat we helemaal op dezelfde lijn zitten.
","sprekertitel":"Ward Kennes (CD&V)","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478422","id":2787,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2787?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Bourgeois","voornaam":"Geert"},"sprekertekst":"De vraag is voor wie dat nu jammer is, collega. (Gelach)
","sprekertitel":"Minister-president Geert Bourgeois","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"},{"link":[],"persoon":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"},"sprekertekst":"De vraag om uitleg is afgehandeld.
","sprekertitel":"De voorzitter","voorzitter-tijdens-spreker":"Jan Hofkens"}],"titel":"Vraag om uitleg van Ward Kennes aan Geert Bourgeois, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, over de toepassing van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur","titel-samenstelling":"N","vergadering":{"agenda-gewijzigd":"J","agenda-versie":"2","besloten-vergadering":false,"commissie":[{"afkorting":"FIN","datumtot":"2019-05-25T00:00:59+0200","datumvan":"2014-09-24T00:00:00+0200","id":1053486,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/comm/1053486{?datum}","rel":"self","templated":true,"variableNames":["datum"],"variables":[{"description":"","name":"datum","type":"REQUEST_PARAM"}]}],"titel":"Commissie voor Algemeen Beleid, Financiƫn en Begroting"}],"commissiehandelingen":{"isvoorlopigeversie":false,"link":[],"pdffilewebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1166647"},"datumagendering":"2016-03-08T13:30:00+0100","datumbegin":"2016-03-08T13:30:00+0100","datumeinde":"2016-03-08T17:46:00+0100","id":1042261,"laatste-wijziging":"2016-03-09T12:59:00+0100","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/1042261/agd?aanpassingen=nee","rel":"agenda","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/1042261?aanpassingen=nee&idPrsHighlight=0","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/1042261/hand?idPrsHighlight=0","rel":"handelingen","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"omschrijving":"\n De vorige Vlaamse Regering keurde in 2013, na de aangekondigde sluiting \n van Ford Genk, het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat \n (SALK), goed. Het SALK moet de economie in Limburg omvormen en \n versterken. Professor Lode Vereeck publiceerde in 2015 de resultaten van \n zijn onderzoek naar de geografische spreiding van overheidsmiddelen in \n de diverse provincies. In dit verband dienden leden van de sp.a-fractie \n twee voorstellen van resolutie in. De leden van de commissie wisselen \n met minister-president Geert Bourgeois van gedachten over de voortgang \n van het SALK en stemmen over de voorstellen van resolutie.\n
\n","omschrijving-kort":["\n Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK)\n "],"opname-start":"2016-03-08T13:22:40+0100","status":"afgelopen","subtype":"Commissievergadering","type":"Commissie","uses-beknopt-verslag":false,"uses-webhandelingen":true,"vergadering-met-verslag":true,"vergaderingnummer":"152","vergaderzaal":{"naam":"Jan Van Eyck","verdieping":"3"},"video-youtube-id":"s2FxT6NL_CY","voorlopig-verslag":false,"voorzitter":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"}},"verzoekschrift":[],"volgende-journaallijn":{"datum":"2016-03-08T13:57:10+0100","debat":[],"gedachtewisseling":[],"id":1043633,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/jln/1043633","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"parlementair-initiatief":[],"titel":"Vraag om uitleg van Stefaan Sintobin aan Geert Bourgeois, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, over de problematiek van de illegalen aan de kust en de gevolgen van de ontruiming van de 'jungle' in Calais","titel-samenstelling":"N","vergadering":{"agenda-gewijzigd":"J","agenda-versie":"2","besloten-vergadering":false,"commissie":[{"afkorting":"FIN","datumtot":"2019-05-25T00:00:59+0200","datumvan":"2014-09-24T00:00:00+0200","id":1053486,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/comm/1053486{?datum}","rel":"self","templated":true,"variableNames":["datum"],"variables":[{"description":"","name":"datum","type":"REQUEST_PARAM"}]}],"titel":"Commissie voor Algemeen Beleid, Financiƫn en Begroting"}],"commissiehandelingen":{"isvoorlopigeversie":false,"link":[],"pdffilewebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1166647"},"datumagendering":"2016-03-08T13:30:00+0100","datumbegin":"2016-03-08T13:30:00+0100","datumeinde":"2016-03-08T17:46:00+0100","id":1042261,"laatste-wijziging":"2016-03-09T12:59:00+0100","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/1042261/agd?aanpassingen=nee","rel":"agenda","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/1042261?aanpassingen=nee&idPrsHighlight=0","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]},{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/verg/1042261/hand?idPrsHighlight=0","rel":"handelingen","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"omschrijving":"\n De vorige Vlaamse Regering keurde in 2013, na de aangekondigde sluiting \n van Ford Genk, het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat \n (SALK), goed. Het SALK moet de economie in Limburg omvormen en \n versterken. Professor Lode Vereeck publiceerde in 2015 de resultaten van \n zijn onderzoek naar de geografische spreiding van overheidsmiddelen in \n de diverse provincies. In dit verband dienden leden van de sp.a-fractie \n twee voorstellen van resolutie in. De leden van de commissie wisselen \n met minister-president Geert Bourgeois van gedachten over de voortgang \n van het SALK en stemmen over de voorstellen van resolutie.\n
\n","omschrijving-kort":["\n Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK)\n "],"opname-start":"2016-03-08T13:22:40+0100","status":"afgelopen","subtype":"Commissievergadering","type":"Commissie","uses-beknopt-verslag":false,"uses-webhandelingen":true,"vergadering-met-verslag":true,"vergaderingnummer":"152","vergaderzaal":{"naam":"Jan Van Eyck","verdieping":"3"},"video-youtube-id":"s2FxT6NL_CY","voorlopig-verslag":false,"voorzitter":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"}},"verzoekschrift":[],"vrageninterpellatie":[{"contacttype":[{"beschrijving":"Vraagsteller","beschrijving-meervoud":"Vraagsteller","contact":[{"fractie":{"id":1491022,"kleur":"ffe500","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672017","naam":"Vlaams Belang","zetel-aantal":6},"id":2825,"is-huidige-vv":"J","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2825?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Sintobin","voornaam":"Stefaan"}]},{"beschrijving":"Ondervraagde minister","beschrijving-meervoud":"Ondervraagde minister","contact":[{"id":2787,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2787?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Bourgeois","voornaam":"Geert"}]}],"id":1042570,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vi/1042570","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"nummer":"1417","objectstatus":"behandeld","objecttype":{"naam":"Vraag om uitleg","naamMeervoud":"Vragen om uitleg"},"onderwerp":"over de problematiek van de illegalen aan de kust en de gevolgen van de ontruiming van de 'jungle' in Calais","titel":"Vraag om uitleg van Stefaan Sintobin aan Geert Bourgeois, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, over de problematiek van de illegalen aan de kust en de gevolgen van de ontruiming van de 'jungle' in Calais","verslagnognietbeschikbaar":true,"zittingsjaar":"2015-2016"}]},"voorzitter-tijdens-journaallijn":{"aanspreking":"De heer","fotowebpath":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1478869","id":4112,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/4112?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Hofkens","voornaam":"Jan"},"vrageninterpellatie":[{"contacttype":[{"beschrijving":"Vraagsteller","beschrijving-meervoud":"Vraagsteller","contact":[{"fractie":{"id":1491031,"kleur":"f5822a","logo":"https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1672028","naam":"CD&V","zetel-aantal":27},"id":3350,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/3350?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Kennes","voornaam":"Ward"}]},{"beschrijving":"Ondervraagde minister","beschrijving-meervoud":"Ondervraagde minister","contact":[{"id":2787,"is-huidige-vv":"N","link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vv/2787?lang=nl","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"naam":"Bourgeois","voornaam":"Geert"}]}],"id":1041131,"link":[{"href":"https://ws.vlpar.be/e/opendata/vi/1041131","rel":"self","templated":false,"variableNames":[],"variables":[]}],"nummer":"1376","objectstatus":"behandeld","objecttype":{"naam":"Vraag om uitleg","naamMeervoud":"Vragen om uitleg"},"onderwerp":"over de toepassing van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur","titel":"Vraag om uitleg van Ward Kennes aan Geert Bourgeois, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, over de toepassing van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur","verslagnognietbeschikbaar":true,"zittingsjaar":"2015-2016"}]}